Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn



Hoop, verwachting en (economische) realiteit

1 december 2013

Muziek

 

Cornelis Vreeswijk: Misschien wordt het morgen beter

 

Crisis is van alle tijden

Er is niks nieuws onder de zon. Crisis is van alle tijden, en zal er altijd zijn.
In 1720 was het ook crisis, ten tijde van de zogenoemde ‘South Sea Bubble’. Er vond een beursdrama plaats. De Britten haalden rijkdommen uit Zuid-Amerika, en daarover waren enorme roddels en uitzinnige speculaties, en die situatie liep volkomen uit de hand. De South Sea Company gaf aandelen in deze handel uit, maar kon de mooie verhalen niet waarmaken en daardoor raakten talloze investeerders een fortuin kwijt.

Ook enkele bekende mensen verloren veel geld: Jonathan Swift, de auteur van Gulliver’s Reizen, en de Sir Isaac Newton, de bekende natuurkundige, hadden deze ‘Bubble’ niet op tijd zien aankomen en verloren een flinke som geld. Newton was na de koersdaling 20.000 pond armer, dat is omgerekend naar nu een verlies van ongeveer drie miljoen pond.

Bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam werden een tijd geleden drie South Sea Bubble-borden geveild. Ze staan op de voorkant van de liturgie. Deze satirische borden werden gemaakt als reactie op de financiële crisis van 1720, en ze maakten dit ‘South Sea’ experiment belachelijk. De borden waren waarschijnlijk bedoeld als een grappig cadeau voor een gedupeerde vriend.

Zo zie je maar weer, er is niks nieuws onder de zon. Crisis is van alle tijden, en zal er altijd zijn.

Zingen

 Dit huis vol mensen

Utopia I

Ze trekken weg uit Egypte. De grens gaan ze over. De zee opent zich. Wat een toekomst. Een nieuw bestaan. Op zoek naar het beloofde land. Maar het valt behoorlijk tegen. Geen Utopia, maar een hard bestaan. Geen land van melk en honing. Er is onenigheid. Sommigen worden rijk, hebben vee en slaven. Anderen blijven arm. Het gaat niet goed. Dan staat er een profeet op. Jesaja. Hij neemt geen blad voor de mond.

Jesaja 56 vers 9 – 12

Laat de dieren van het veld komen om te eten
en alle dieren uit het woud.
Want al mijn wachters zijn blind, ze merken niets;
ze zijn stom als waakhonden die niet kunnen blaffen:
vadsig en hijgend liggen ze daar,
ze willen alleen maar luieren.
Vraatzuchtige honden zijn het, onverzadigbaar.
Het zijn herders die geen inzicht kunnen bieden,
allemaal gaan ze hun eigen weg,
ieder belust op eigen voordeel.


Hij scheldt hen, die het gemaakt hebben, de huid vol. Hielp het? Niet veel. Het werd nog erger. Dieptepunten waren de Babylonische gevangenschap en de verwoesting van de tempel. Dan stoppen zo ongeveer de verhalen in de bijbel, maar het verhaal van het joodse volk gaat verder.
Met als triest dieptepunt de holocaust. En dan is er de staat Israël. Er zijn stromingen die een zuivere joodse staat willen. Het beloofde land. Een gevaarlijke utopie. Zowel materieel als in geestelijke zin is er kans op geweld.

We hebben ervaring met mensen die streefden naar een Utopia. Een afschuwelijk voorbeeld is het nationaal socialisme met het streven naar een blank arisch ras, maar ook het communisme dat eindigde in een dictatuur. En op kleinere schaal en ongevaarlijk de mislukking van de kolonie Walden gesticht door Frederik van Eeden rond de jaren 1900.

Streven naar een utopie klinkt wel heel mooi en idealistisch, maar in werkelijkheid is het beter om te streven naar een samenleving, waarin aan iedereen recht wordt gedaan. En dat vergt inschikkelijkheid, tolerantie, fatsoen en omzien naar de medemens. Jesaja is herkenbaar.

Zingen

 Zeg nooit onze wereld is gebroken

Utopia II

De schrijver onder de naam Jesaja geselt het volk. Hij spreekt de mensen aan die leiding geven, die het gemaakt hebben in de samenleving. Ze zijn als samenleving wel ver van de weg naar het beloofde land geraakt. Anders gezegd, ze zijn de weg kwijt die naar het beloofde land moet leiden. De grens van wat leefbaar is voor elk mens, hebben ze overschreden.

Citaten uit Jesaja 59

Geen aanklacht is nog zuiver,
geen rechtszaak wordt eerlijk gevoerd.
Ze vertrouwen op leegte
en spreken bedrieglijke taal.

Hun daden zijn heilloze daden,
hun handen staan naar geweld.

De weg van de vrede kennen ze niet,
waar zij gaan is geen recht te ontdekken.
Ze begeven zich op kronkelpaden;
wie daarop wandelt, kent geen vrede.


Maar telkens weer wordt een utopie geboren en nagejaagd door sommigen. In de meeste gevallen loopt dat mis. Denk maar aan de Verenigde Staten, waar een aantal extremisten bereid is tot het uiterste te gaan om hun waarheid te laten zegevieren, ook al zijn er miljoenen mensen die er anders over denken. Zij nemen voor lief dat op weg naar hun perfecte samenleving veel mensen tot armoede vervallen.
Ongeveer vergelijkbaar is het in de vorige eeuw gegaan met het socialisme en later met het neoliberalisme, het vrije markt kapitalisme. Machtigen, zoals Thatcher en Reagan, ontfermden zich over de utopie van de vrije markt, die iedereen voordeel zou brengen. Er is geen alternatief, zei Thatcher, en dat is een gevaarlijk uitgangspunt.
En zoals dat dan gaat met het streven naar een utopie, dan ontspoort het halverwege. Dat hebben we gemerkt. Met alle zeepbellen die sindsdien zijn uiteengespat. De vrije markt bracht velen voorspoed. Meer voorspoed dan er op deze wereld te vinden is. Het is een gevecht geworden om meer, en nog meer en het meest. Het aanwakkeren van elkaar in hebzucht. En zoals dat door de eeuwen heen gebruikelijk is, de sterksten profiteren.
Er is een mensensoort ontstaan, die de filosoof Harry Kunneman noemt “het dikke ik”. In zijn gelijknamige boek “Voorbij het dikke ik” zegt hij dat het dikke ik zich schaamteloos centraal stelt, welvarend is en vrijwel permanent bozig en ontevreden. De metafoor van het dikke ik is ook zo goed te verstaan omdat veel mensen snappen dat permanente groei en concurrentie ons niet gelukkiger maken. Terwijl dat wel als overheersende ideologie wordt gebracht.

Ook mensen die in het kapitalisme geloven, vinden dat er wel grenzen zijn en vinden bijvoorbeeld het gedrag van topbankiers buiten proportie. Pijnlijk is het dan, zegt Harry Kunneman, dat er voor een moreel probleem een systeemoplossing wordt gekozen. De financiele crisis maakt onze morele grenzen zichtbaar. De vrije markt kan niet alles regelen. Organisaties zijn nu bezig te ontdekken dat ze moreel kapitaal nodig hebben. Om echt waarde toe te voegen, hebben degenen die er werken onderlinge zorg nodig, betrokkenheid, eerlijkheid, betrouwbaarheid. Vroeger waren er de kerken die voor morele bronnen zorgden. Dat is niet meer zo. Maar er komen wel nieuwe vormen van morele betrokkenheid. Mensen hechten aan goede relaties en werkrelaties. De vrije markt volgt de logica van competitie en macht, terwijl christendom en humanisme voor wederkerigheid en zorgzaamheid pleiten, aldus Harry Kunneman.
Het najagen van de utopie van de vrije markt heeft geleid tot vervreemding voor talloze mensen. Ze zijn terecht gekomen in een samenleving die ze niet meer herkennen en waarvoor ze bang zijn. Maar wat we vergeten is, dat we niet in een economiewereld leven, maar in een mensenwereld. Jesaja zou zich ook vandaag nog kunnen uitleven.

Zingen

 Niet als een magische kracht

De wereld omgekeerd

Jesaja 61 vers 1

De geest van God de heer rust op mij,
want de heer heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft hij mij gezonden,
om aan verslagen harten hoop te bieden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan geketenden hun bevrijding.


Jesaja wil de wereld omgekeerd. Altijd zal die roep blijven klinken. Wordt er naar geluisterd in onze tijd? Nu we midden in een crisis zitten. Is er nog hoop op verandering? In de geglobaliseerde wereld zijn we de menselijke maat kwijt geraakt. Kunnen we de ratrace tussen de grote en kleine landen en de supranationale bedrijven en banken nog stoppen voor dat we met z’n allen over de grens kieperen. En kan het milieu die zucht naar groei nog wel aan. Zo wordt de aarde immers enorm uitgewoond.

Waarom is de samenleving zo onverschillig over al deze mens- en aarde-onterende problemen?
Elie Wiesel zegt over onverschilligheid dat het gevaarlijker is dan woede en haat. Onverschilligheid wekt geen reactie. Onverschilligheid is geen begin, maar het einde. Daarom is onverschilligheid altijd de vriend van de vijand. Onverschilligheid is gunstig voor de agressor, maar nooit voor de slachtoffers, zoals de politieke gevangene in zijn cel, hongerige kinderen, dakloze vluchtelingen, de werklozen, de mensen aan de onderkant. Wie niet op hun ellende reageert, hun eenzaamheid niet verlicht door hen een sprank hoop te bieden, verbant hen uit het menselijk bewustzijn. En als we menselijkheid ontkennen, verraden we die van onszelf. Onverschilligheid is niet alleen een zonde, maar ook een straf.

Muziek

 Stef Bos: Het midden

Het kan ook anders

Het kan ook anders. Het moet ook anders. We zullen dan de utopie van de vrije markt en elke utopie moeten loslaten. Zoals we ook de utopie van de maakbare samenleving moeten loslaten. We zouden moeten terugkeren naar het visioen waarvan Johannes de doper de zegsman is.

Lucas 3, vers 4 - 6

Luid klinkt een stem in de woestijn:
Maak de weg van de Heer gereed,
maak recht zijn paden!
Iedere kloof zal worden gedicht,
elke berg en heuvel geslecht,
kromme wegen recht gemaakt,
hobbelige wegen geëffend;
en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt.


Johannes de doper verkondigt, vele eeuwen na Jesaja, in feite ook het verhaal van inkeer, verandering van de samenleving.
De verwoording van de ellende is van alle tijden. Moeten we ons daar maar bij neerleggen en denken: ach het verandert toch nooit en onverschillig onze eigen weg gaan? Nee, zegt Johannes, er is altijd weer een moment om stil te staan, te bezinnen.
De mantra over groei, groei en nog eens groei, moeten we proberen los te laten. Het is geen oplossing voor de crisis van ons economisch systeem. Dat is eenvoudig gezegd, maar moeilijk uitvoerbaar.
In een boekje ‘Tien perspectieven uit de natuur’ schetsen de schrijvers Joustra, van Leenders en Wijffels hoe we meer zouden kunnen leren van de natuur. Hoe we economie meer kunnen enten op aanpassingen in de natuur en het tijdsbestek waarin dat plaats heeft. In de huidige economie zien we wat genoemd wordt een liniair systeem. Het groeit en groeit maar. En in dat systeem van almaar meer, komen barsten. Steeds sneller is er een nieuwe crisis.
In de natuur werkt het anders. Al miljarden jaren is er de aarde. Enorme veranderingen waren er in de loop van die tijden. Steeds paste de natuur zich aan. Er is een natuurlijke economie, gekenmerkt door afhankelijkheid, verbindingen, gebruik, kringlopen. Het is een proces van veranderen, aanpassen, weer groeien en dan afbraak en weer opnieuw groei. Een cyclisch proces, waarin ook duurzaamheid van het milieu belangrijk is.
Alleen, de processen in de natuur vergen tijd. En daaraan is een ernstig gebrek in onze samenleving. Alles moet steeds sneller. Op menselijke schaal happen we naar lucht.

In Trouw van 23 november stond een artikel met als titel ‘Koester de discipline’. De auteur Marli Huijer zegt: Wie goed kijkt, ziet dat velen van ons niet overeind blijven in een overvloed aan voedsel, consumptieartikelen of keuzemogelijkheden. We overladen onszelf, rennen van hot naar her. Leven in overvloed blijkt net zo’n grote opgave te zijn als leven in armoede. Zelfdiscipline en zelfbeheersing kunnen een tegenwicht bieden tegen de overvloed en de drang naar groei en meer-meer-meer. Discipline heeft een negatieve bijklank, maar kan ook positief zijn. Het biedt bescherming tegen het ten onder gaan in de overvloed; het helpt om zaken die het leven de moeite waard maken dichterbij te brengen; en het is van belang voor de opbouw en instandhouding van het netwerk van relaties waarvan we afhankelijk zijn.

We zullen na moeten denken over hoe we met alle overvloed willen en kunnen omgaan. En op welke manier we ons groei-denken kunnen omzetten in iets anders.
We zullen op een of andere manier ons hele systeem moeten vertragen omdat het economisch systeem met dit tempo op den duur niet houdbaar is.
Dat zal niet eenvoudig zijn. Voortdurend worden we bestookt met allerlei informatie, waardoor het lastig is de valse boodschappen te herkennen. Schreeuwerige reclames, grote koppen in kranten, zwaarwichtige toon van journaals leiden tot paniek bij mensen, zoals dat ook in kudden gebeurt.
Overschakeling van het huidige systeem naar een ecologisch systeem zoals de natuur kent, vergt een andere mentale instelling van de samenleving en kan nooit alleen door de politiek worden gedaan. Dat begint met de menselijke maat te erkennen in al ons handelen, en dus na te denken over de vraag waar het eigenlijk om gaat. Leerlingen centraal in het onderwijs, patiënten centraal in het ziekenhuis, ouderen centraal in de ouderenzorg. Kortom de mens als middelpunt en doel van handelen en niet een samenleving die alleen maar gericht is op de economie en geld en macht.

Dat betoogde Jesaja in feite, en ook Johannes. We zullen zelf moeten doen, waartoe de profeten oproepen. Werken aan een nieuwe wereld. En altijd zal dat werk moeten blijven. Niet streven naar een Utopia, maar wel naar een wereld waarin aan het visioen van een betere toekomst voor alle mensen meer inhoud wordt gegeven. Onverdroten met alle tegenslagen van dien. Wetend dat het nooit ideaal zal worden, maar dat elke verbetering wel de moeite waard is.

Zingen

 Lied van dromen en vergezichten

Collecte

 Bestemd voor De Kerstherberg

Zingen

 De steppe zal bloeien

Slotwoord

Als ik blijf kijken zoals ik altijd heb gekeken
Blijf ik denken zoals ik altijd heb gedacht

Als ik blijf denken zoals ik altijd heb gedacht
Blijf ik geloven zoals ik altijd heb geloofd

Als ik blijf geloven zoals ik altijd heb geloofd
Blijf ik doen zoals ik altijd heb gedaan

Als ik blijf doen zoals ik altijd heb gedaan
Blijft mij overkomen wat mij altijd overkomt

Maar als ik mijn ogen sluit
En voel mijn ware zelf van binnen
Dan kom ik de cirkel uit
En kan ik steeds opnieuw beginnen

Muziek

Oleta Adams: Windows of Hope

 

Teksten o.a. uit:
Douwe Jan Joustra, Caroline van Leenders en Bowine Wijffels. Tien perspectieven uit de natuur.
Arjan Broers. Geld & Goed. Lessen voor welwillende kapitalisten.


Home

Bijgewerkt: 3 december 2013