Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn



Authenticiteit

Wie ben ik nu eigenlijk

zondag 6 maart 2016


Zingen: Welkom voor jou hierheen gekomen ...

Welkom / mededelingen / de bloemen gaan naar …

We gaan de kaars ontsteken. We doen dat met aandacht omdat het niet zomaar een kaars is. Een kaars omdat je niet met woorden kunt aangeven welk mysterie we daarmee verbinden. Bij het mysterie van Gods aanwezigheid kan ook een lied ons helpen: LICHT DAT ONS AANSTOOT IN DE MORGEN.

Zingen: Licht dat ons aanstoot ...

Wij bewegen ons tussen bijbel en krant; De bijbel is een discussie over de vraag wie God is en wie nu eigenlijk de mens is; De krant gaat over alles wat mensen doen. Soms lees je ook de vraag wat de zin is van alles wat mensen doen en wat dat allemaal in Godsnaam betekent. Zowel de bijbel als de krant roepen de vraag op: WIE BEN IK NU EIGENLIJK?

Wie ben jij nu eigenlijk? Vroegen we elkaar bij de voorbereiding. Je weet natuurlijk dat je meer bent dan je naam of je beroep. Maar wie ben jij? En wie ben ikzelf? Datgene wat jij van mij kent…., ken ik dat zelf ook? Huub Oosterhuis schreef er een lied over. Zijn dochter ontdekte het lied, zonder dat ze wist dat hij het gemaakt had. Ken je mij… wie ken je dan? Ken jij mij beter dan ik?

CD: JIJ DIE MIJ IK MAAKT. (Trijntje Oosterhuis)

"Ken je mij? Wie ken je dan? Weet je mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan?/Weet je mij beter dan ik? Ogen die door de zon heen kijken, zoekend de plek waar ik woon, ben je - beeldspraak voor iemand die aardig is en onmetelijk ver, die niet staat en niet valt en niet voelt als ik, niet koud en hooghartig -. Hier is de plek waar ik woon: een stoel op het water, een raam waarlangs/het opklarend weer of het vallende duister voorbij vaart.

Heb je geroepen? Hier ben ik. Ik zou één woord willen spreken, ooit, dat waar en van mij is, dat draagt wie ik ben, dat het houdt, en rechtop staat als een mens die mij aankijkt en zegt: ik ben jouw zuiverste zelf, vrees niet, versta mij, ik ben. Ben jij de enige voor wiens ogen niet is verborgen mijn naaktheid? Kan jij het hebben, als niemand anders, dat ik geen licht geef, niet warm ben, dat ik niet mooi ben, niet veel, dat geen bron ontspringt in mijn diepte, dat ik alleen dit gezicht heb, geen ander. Ben ik door jou, zonder schaamte, gezien, genomen, door niemand minder?

Zou dat niet veel teveel waar zijn? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet je mij beter dan ik?"

“Hier is de plek waar ik woon, een stoel op het water, een raam waarlangs het opklarend weer of het vallend duister voorbij vaart”. Dit lied herinnert me aan die man die 2000 jaar geleden een kind in het midden plaatste. Wij herkennen dat hij sprak over het kind in ieder van ons. Dat kind in onszelf plaatste hij in de aandacht. Hij liep over het water van onze innerlijke diepte. Hij vergeleek ons innerlijk met een kind, wat in Gods Licht mag opgroeien. Huub Oosterhuis bedoelde dat licht in het lied wat we zongen: Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen…. Misschien dat de woorden van de evangelist Mattheus ons daar dichter bij brengen.

Uit het evangelie van Mattheus. 18 1-4

“…Op dat moment kwamen de leerlingen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’ Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. En wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op...".

We zaten bij elkaar bij de voorbereiding van deze viering. Wie ben jij? We probeerden zelf antwoord op die vraag te geven: wie ben je? Op zo’n moment realiseer je je dat je meer bent dan je naam. Maar wie ben je ten diepste? Zeg dat maar eens. Met een glimlach zeiden we tegen elkaar: Ik ben een kind van God. Ja, toch wel een verlegen glimlach. Want laten we eerlijk zijn: je zegt nogal wat over jezelf. Je zegt dat niet zo makkelijk. Je laat iets van jezelf zien wat thuis hoort diep binnen jezelf in het mooiste binnenkamertje wat je hebt. Het kamertje heeft wel ramen naar buiten, want Gods licht moet daar de ruimte hebben en van binnenuit naar buiten kunnen kijken en vrolijkheid kunnen brengen, maar een ander kijkt er niet zomaar naar binnen. Waar kun je tegen een ander zeggen: Ik ben Gods kind? Dat moet wel een heel vertrouwde plek zijn, waar ook ramen zijn waar Gods licht naar binnen kan vallen en waar een ander niet zomaar naar binnen kan kijken.
Waar kun je met elkaar speken over die intimiteit? Misschien lukt het vooral in de ruimte van een lied.

Zingen: Wek mijn zachtheid weer ...

“Geef mij terug de ogen van een kind” en eerder zongen we “kind in mij.. kijk uit mijn ogen, of ergens al de wereld daagt. Hoe kijken wij mensen? De één kijkt als een volwassene en een ander kan ook kijken met de ogen van een kind. Wat een verschil van je ogen gebruiken.
Volwassenen scheppen zich een beeld van hoe zij zelf zouden moeten zijn, hoe de ander zou moeten zijn en hoe de wereld zou moeten zijn. (“Kijken naar jezelf door de ogen van een ander”). Mensen die kijken met kinder-ogen kijken zelf: ze kijken onbevangen, zonder al te veel oordeel.

We keken naar het conflict tussen mensen uit Israël en Palestina. Volwassenen zeggen: daar is toch niets aan te doen. Maar mensen, die kijken als een kind, zeggen niets, ze gaan naar de checkpoints en zien hoe de soldaten zich vervelen en daarom vervelend doen tegen de rij wachtenden. Ze staan daar te observeren en alleen daardoor al komen die jonge soldaten vaak tot bezinning en helpen als iemand plotseling hulp nodig heeft.

We spraken over die Christen-Palestijn met de naam Daoed. Hij is trots dat zijn naam afkomstig is van Koning David. De regering van Israël wil zijn land. Hij heeft gelukkig oude eigendomspapieren. Maar politici en militairen uit Israel blijven aandringen op verkoop. Het kost duizenden dollars aan proceskosten. Als een kind zegt hij: wie verkoopt er nu het land van zijn vader en moeder, van opa en oma. Ondanks agressie en bedreigingen schreef hij met grote letters op de grote steen aan het begin van zijn landgoed: “Wij weigeren vijand te zijn”

De weg van de hoop.

Er is hoop. Vaklav Havel heeft dat verwoord in het gedicht: DE WEG VAN DE HOOP.

"Diep in ons dragen we hoop: Als dat niet het geval is, is er geen hoop. /Hoop is de kwaliteit van de ziel en hangt af van wat er in de wereld gebeurt. Hoop is niet te voorspellen of vooruit te zien. Het is een gerichtheid van de geest. Een gerichtheid van het hart, voorbij de horizon verankerd. Hoop in deze diepe krachtige betekenis is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft. Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, nNiet alleen omdat het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Evenmin overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is afgezien van de afloop, het resultaat."

Zingen: Voor kleine mensen is hij bereikbaar ...

Kijken met de ogen van een kind. Mooi dat onbevangene van een kind. Leven in die geborgenheid van dat je er gewoon mag zijn zoals je bent.
Een volwassene die dat nog kan, ( of misschien beter gezegd: weer opnieuw ontdekt heeft) wordt zich steeds meer bewust van die onbevangenheid en die geborgenheid. Zo iemand kan kijken als een kind, zonder oordelen. Gewoon de ander ook zien als een kind, als een kind van God. Onbevangen. En die geborgenheid? Je hebt geen ouders meer die zorgen voor die geborgenheid. Je geeft zelf geborgenheid. En je voelt je geborgen in een mysterie. Het mysterie wat te maken heeft met de kaars die hier brandt. Het mysterie van die aandacht en nabijheid die we elkaar als basisgemeente geven. Daarvan voel je dat het meer is dan wij samen. Geborgenheid en nabijheid. Die geven wij elkaar hier. Laten we die elkaar blijven geven…

Zingen : Delf mijn gezicht op, maak mij mooi ...

Collecte

“Nabijheid naar anderen waarmee we ons verbonden voelen”. Voor kinderen van de voedselbank.

Zingen: Ga tot de einden der aarde ….

Zegen

Ga, zei de H.Patrick tegen mensen die op reis gingen. Ga, en weet de Eeuwige voor je. Hij wijst je de weg. Ga, en weet de Eeuwige achter je. Hij beschermt je. Ga, en weet Hem naast je om je bij de hand te nemen.
Ga, want Hij is onder ja als je mocht vallen. Hij is in je innerlijk om je te troosten. Hij omgeeft je als een beschermende muur. Ga, met Zijn zegen. Ga, op de weg naar binnen en weet dat je een kind van God bent. Zo is het, zo blijft het en zo zal het steeds meer zijn.

Elkaar ontmoeten bij koffie en thee.


Home

Indien u op de hoogte wil blijven van de activiteiten van onze oecumenische basisgemeente kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief.
Stuurt u dan een e-mail naar: info@oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl

Bijgewerkt: 21 maart 2016