Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn



Denkend aan gerechtigheid

4 oktober 2015

Zingen: Gegroet jij jij

Opening / welkom

Mededelingen en collecte (voor Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland)

Zingen: Dat ik de aarde zou bewonen

Verhaal Toon Tellegen; De verjaardag van het bos

Zingen: Wat in stilte bloeit

Michaël en de twijfelende kluizenaar

Gerechtigheid, wat betekent dat eigenlijk? Het is een woord dat vaak in de bijbel voorkomt. In het dagelijks leven minder, maar we kennen allemaal de verzuchting ‘eindelijk gerechtigheid’. Als je het woord gerechtigheid opzoekt in de Grote Van Dalen dan is één van de betekenissen rechtvaardigheid.
Engelen komen voor in de christelijke, joodse en moslimtraditie. De belangrijkste engel is de aartsengel Michaël. De naam Michaël betekent: “wie is als God?”
Michaël werd in de Middeleeuwen afgebeeld met een weegschaal, Michaël als weger van de zielen en begeleider van de zielen van de rechtvaardigen op weg naar de hemel. Een boek met een afbeelding daarvan ligt hier op tafel (het altaarstuk uit het Hospice de Beaune in Frankrijk, geschilderd door Rogier van der Weyden). Michaël helpt de mensheid in de strijd tegen de machten van de duisternis.
Er zijn veel legenden over Michaël van mond tot oor doorgegeven. De hierna volgende legende Michaël en de twijfelende kluizenaar, komt uit een Duitse bundel “Von der Gerechtigkeit Gottes”. (Munchen 1861)

Een kluizenaar, die door twijfel aan Gods rechtvaardigheid werd overvallen , wilde er op uit gaan om haar te zoeken. Hij verliet zijn hut in het stille bos en begaf zich naar de weg. Daar voegde zich een jonge man bij hem, en ze reisden samen. Tegen de nacht kwamen ze bij een slot waar ze vriendelijk werden ontvangen. Toen ze ’s morgens verder liepen, haalde de jongeman een beker tevoorschijn die hij ’s nachts had gestolen.

De tweede nacht brachten ze door bij een gierigaard, aan wie de jongeman ’s morgens bij het afscheid de beker ten geschenke gaf. Ze liepen een dorp door, en de jongeman (- waar de kluizenaar inmiddels bang voor was-) ging een armoedig huis binnen en eiste te drinken. Nauwelijks hadden ze het dorp achter zich gelaten of het huis ging in vlammen op en brandde af.
Daarop haastten ze zich naar het gebergte. Uit een eenzame hut klonk gejammer en geweeklaag. Ze vonden treurende ouders bij een ziek kind. Meteen bereidde de jongeman een drank, gaf die aan het kind en ogenblikkelijk stierf het.

Toen schrok de kluizenaar en hij aarzelde of hij de verdachte jongeman, die inmiddels de vader van het kind als gids had aangenomen, verder zou volgen. De kluizenaar werd echter door toorn overmeesterd toen die ontzettende reisgenoot de gids van de eerste de beste brug in de afgrond duwde. Zijn toorn trof geen doel, de jongen ontkwam en veranderde in de aartsengel Michaël.

En Michaël zei: u hebt geprobeerd de rechtvaardigheid van God op het spoor te komen en u hebt er een stuk van gezien. De beker die ik van de goede man stal, was vergiftigd. De gierigaard vond er het loon voor zijn zonden in. De arme mensen waarvan ik het huis in de brand stak, zullen het weer opbouwen en in het puin een schat vinden. Het kind dat ik van de aarde wegnam zou zijn opgegroeid als een misdadiger, want zijn vader, die ik in de afgrond duwde, was een moordenaar en een rover. Zo is God rechtvaardig in wat voor mensenogen onrechtvaardig is.

Toen ging de kluizenaar terug naar zijn hut en was van al zijn twijfels genezen.

Zingen: Als alles duister is

Lezen Psalm 85 in de bewerking van Huub Oosterhuis:

Gij hebt uw land begenadigd
ons leven ten goede gekeerd
onze schande bedekt
onze schuld weggedragen,
getemd door het vuur van uw hartstocht.

Gij keerde U om naar ons toe
Gij legde uw argwaan af.
Roep ons opnieuw tot leven
Geeft ons vaart, naar U toe.
Liefde, herstel ons in ere.

Buig ons toe naar elkaar
keer onze trage harten
dat wij zonder wantrouwen
ieder mens tegemoet gaan.
open en vredelievend.

Laat zo de wereld worden:
kussen van ontferming en trouw
zoenen van recht en vrede –
vrede een zaad in de aarde
gerechtigheid zon aan de hemel.

Overvloed staat op de akker
regen valt op zijn tijd,
vruchten dragen de bomen
rozen dragen de rotsen:

in zo’n land wil je zijn.

Zacheüs in een bewerking door Wim Meekers

1. Ik voel me niet lekker; ik zit niet goed in mijn vel; een gevoel van leegte, onvervuldheid.
Ik heb alles: een mooi huis, een baan 2x modaal, een super auto ( wel meer uitstoot, maar dat kan me niet schelen. Maar wie ben ik ?
De relatie met mijn vrouw Hanna loopt ook niet best. We wonen in hetzelfde huis, maar naast elkaar; ieder gaat zijn eigen weg. Communicatie op gebruiksniveau. Zijn we nog echt in elkaar geïnteresseerd ? Wie ben ik ? Ik heb een gevoel van waardevermindering.

2. Wat doe ik nu ?
Ik ben hoofd van de belastingdienst. In dienst van de bezetter: een vreemde macht die je identiteit aantast, een vervreemdende macht.
Ik werk alleen voor het geld. Ik ben een geldwolf geworden. Probeer alles eruit te halen, ook door achterdeurtjes; het illegale circuit, wat witwassen;
extra druk op klanten in naam van de bezetter om meer extra geld binnen te sluizen. Ik leef eigenlijk met een masker op...als een soort Dagobert Duck die ik niet wil zijn. Daardoor ben ik in een sociaal isolement geraakt.

3. Hoe is dat gekomen?
Ik was ondernemer van een goedlopend bouwbedrijf. Gerespecteerd lid van de gemeenschap; lid van allerlei organisaties.
Maar ik ging failliet! Door oneerlijke concurrentie; mijn zakenpartner bedroog me; ik kreeg steeds minder opdrachten; verzeilde in een roddelcircuit.
Alles stortte ineen. En alles komt tegelijk: Mijn huwelijk liep slecht; mijn sociaal leven nam af; veel vrienden zag ik niet meer en ik ging drinken; de fles werd mijn toevlucht. Maar ik voelde me er slecht bij, depressief.
Daarom: toen de bezetter me een baan aanbood heb ik die met beide handen aangepakt. Die bezetter was wel een vervreemdende macht maar ik kon er veel geld mee verdienen, heel veel. Ik heb dit nu een aantal jaren gedaan. Ik heb er echter geen goed gevoel bij. Ik ben dat niet. Ik ben spiritueel dakloos, ik heb geen onderdak in geestelijke verbondenheid.

4. Ommekeer.
Ik kwam tot bezinning. Ik dacht al lange tijd na hoe ik hier weer uit kon komen. Toen ontmoette ik iemand. Een soort therapeut met wie ik een aantal goede gesprekken had. Jezus nog aan toe. Dat was wel een Goddelijke ervaring !
Hij zei: Je bent een topman. Je zit op een hoge positie maar wel door een vreemde macht verkregen. Je bent bezet door die macht, je wordt er door geleid, gedicteerd. Kom toch uit die hoge boom ! Je bekijkt alles van bovenaf, zonder enige betrokkenheid. Je bent helemaal vervreemd van jezelf , je naasten. Je leeft geisoleerd, helemaal voor je zelf. Wordt weer de mens die je bent. Iemand die zichzelf respecteert en de ander. Iemand die weer echt leeft en geeft om zijn medemens.

5. Laten we samen psalm 39 lezen:

God de Levende en Levenschenker
die mij kent zoals ik echt ben, geheel en al.
Jij weet waar ik ben, wat ik doe, wat ik van plan ben, wat er in mij omgaat..
Daar ben Jij aanwezig om mij te doen voelen en weten of het goed is de weg die ik ga.
Jij verlicht mijn weg, mijn gedachten en gevoelens; wie ik ben.
Trek mij weg uit wat me van Jou verwijdert, van het echte leven
in gerechtigheid en liefde.


Ja, Ik zoek die verloren zijn gelopen; die een doodlopende weg zijn opgegaan.
Kom tot jezelf ! Ik geef om jou met heel mijn hart !

Ik zei daar Ja op met heel mijn hart.
Ik nam ontslag uit dienst van de bezetter.
Ging weer mijn eigen werk doen, ondernemen, bouwen..
In het begin was het welk moeilijk. Vertrouwen krijgen, goede contacten leggen. enzovoorts
Mensen die ik had afgezet heb ik benaderd en ze terug betaald wat ik ze had afgenomen.
Zo ben ik weer een gerespecteerd lid geworden van onze gemeenschap.
Ik ben die ik ben en voel me weer gelukkig. Ook met mijn vrouw Hanna.
Dank aan de Therapeut !

Zingen: Eerste stem

Zonnelied van Franciscus van Assisi

De volgende tekst is afkomstig van de website van de oecumenische woon- en werkgemeenschap Stoutenburg. In hun Franciscaanse gemeenschap worden, naast de zorg voor de natuur, ook vluchtelingen opgevangen.

Twee jaar voor zijn dood lag Franciscus zwaar ziek in een uit stromatten opgetrokken celletje bij San Damiano. Hij lag er al vijftig dagen. Vanwege zijn oogkwaal kon hij overdag het zonlicht niet verdragen en 's nachts was het haardvuur hem al te veel. Hij lag dan ook altijd in dat celletje in het donker met heel veel pijn, zodat hij niet kon slapen. Bovendien krioelde het daar van de muizen die voortdurend over hem en rond hem heen liepen en hem het slapen en het bidden onmogelijk maakten. Het was zo erg dat hij en zijn gezellen het als een beproeving van de duivel zagen.
Op een nacht lag hij er over te peinzen dat hij toch wel erg veel moeilijkheden en beproevingen te verduren had. Hij kreeg met zichzelf te doen en bad in stilte: "Heer kijk naar mij om en help mij mijn kwalen geduldig te dragen." Op dat moment werd hem in de geest gezegd: "Broeder, wees opgetogen en blij hoe ziek je ook bent en hoezeer je ook beproefd wordt. Want vanaf dit moment mag je je even veilig weten als was je reeds in mijn rijk."
De volgende morgen vertelde Franciscus zijn gezellen wat hem overkomen was en hij vervolgde. "Om de Heer te prijzen en mezelf te troosten en te bemoedigen en om anderen te stichten wil ik een nieuwe lofzang maken op de Heer, een lofzang over zijn schepselen waarvan we iedere dag opnieuw gebruik maken, die we nodig hebben om te blijven leven, waarin het menselijk geslacht de Schepper zo vaak beledigt en voor welke voortreffelijke gaven we iedere dag weer ondankbaar zijn. We prijzen en loven onze Schepper, de Gever van alle goed, immers daarvoor niet zoals we dat zouden moeten doen."
Toen ging hij rechtop zitten, trok zich terug in overweging en enige tijd later begon hij:

"Allerhoogste, almachtige, goede Heer
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegening.
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
En geen mens is waardig U te noemen.
Geloofd zijt gij, mijn Heer, met al uw schepselen,
vooral heer broeder zon, die de dag is,
en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en stralend met grote luister.
Van U, Allerhoogste, draagt hij het zinnebeeld.
Geloofd zijt gij, mijn Heer,
door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt gij ze gemaakt
Schitterend, kostbaar en mooi.
Geloofd zijt gij, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht en de wolken,
het helder weer en ieder jaargetijde,
waardoor Gij uw schepselen in leven houdt.
Geloofd zijt gij, mijn Heer, door zuster water,
die heel nuttig is, nederig, kostbaar en kuis.

Geloofd zijt gij, mijn Heer, door broeder vuur, door wie Gij voor ons de nacht verlicht.
En hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.

Geloofd zijt gij, mijn Heer, door zuster aarde, onze moeder
die ons in leven houdt en leidt
en allerlei gewassen en kleurige bloemen en kruiden voortbrengt.
Loof en zegen mijn Heer
en dank en dien Hem met grote nederigheid”.

De lofzang die hij componeerde gaf hij de naam Loflied van broeder Zon. De zon is immers de mooiste van alle schepselen en kan beter dan alle schepselen gezien worden als een beeld van God. Later voegde hij een strofe aan het loflied toe toen hij zag hoe de bisschop en de burgermeester elkaar haatten. En die strofe luidde:

"Geloofd zijt gij, mijn Heer, door hen
die vergiffenis schenken door uw liefde
en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig zij die dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, zullen zij worden gekroond."

En nog later besloot hij zuster dood te bezingen en deed dat als volgt:

"Geloofd zijt gij, mijn Heer,
door onze zuster de lichamelijke dood,
waaraan geen mens kan ontsnappen.
Wee hen die sterven in doodzonde.
Gelukkig wie zij aantreft in uw allerheiligste wil
Want de tweede dood zal hun geen kwaad doen."
"Loof en zegen mijn Heer
en dank en dien Hem met grote nederigheid."

(Samengevat uit Herinneringen 83-85 en de Geschriften)
Zie website Franciscaans Milieuproject: http://www.stoutenburg.nl

Zingen: Herschep ons hart

 

 

We maakten bij deze viering gebruik van teksten uit de volgende bronnen:

- Duitse legende: Von der Gerechtigkeit Gottes (Munchen 1861) uit de bundel: Michaël, verhalen en legenden, Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist, 1990. ISBN 90-6038-272-2.

- de website van de oecumenische woon- en werkgemeenschap Stoutenburg. In hun Franciscaanse gemeenschap worden, naast de zorg voor de natuur, ook vluchtelingen opgevangen: website Franciscaans Milieuproject: http://www.stoutenburg.nl .


Home

Indien u op de hoogte wil blijven van de activiteiten van onze oecumenische basisgemeente kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief.
Stuurt u dan een e-mail naar: info@oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl

Bijgewerkt: 16 oktober 2015.