Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn |
Woestijnvaders, inspiratie voor nuzondag 4 december 2016 |
Een deel van mijn basisschooltijd in Zuid-Afrika groeide ik op waar 3 woestijnen elkaar raken. De (half)woestijn, de Karoo, de Kalahari en de Namib. Er was geen grenspaal, zoals bij ons 3-landenpunt. Er was zelfs helemaal niets en de 3 woestijnen liepen langzaam in elkaar over. Ons huis stond vlakbij de Oranjerivier, die als een zilveren lint door het verschroeide landschap stroomde. Een strook land langs de rivier werd bevloeid. Dat was een groene oase. Daar woonden de blanken. Waar de bevloeiïng ophield woonden de gekleurde mensen in hun township. Je kunt je geen groter contrast voorstellen. De oase was onze voortuin en de woestijn onze achtertuin. Met mijn vrienden speelde ik in de groene oase, tussen de perzik- abrikoos en moerbeibomen. Maar in mijn eentje ging ik vaak onze achtertuin, de woestijn in. De woestijn lokte en dreigde. Dat vond ik spannend. Je kon er de mooiste stenen vinden: mica, pyriet, amethyst en jasper, al kende ik die namen niet. Op school hoorde je dat er soms een diamant gevonden werd. Je kon er ook dieren vangen en meenemen in een jampotje: krekels, torren, bidsprinkhanen, hagedissen, en als je veel geluk had een kameleon. Een ‘verkleurmannetjie’. En in het zand vond je soms een slangenhuid. Gelukkig nooit de slang…. De woestijn lokt en dreigt. Toen ik 40 jaar later weer in de Karoo was beleefde ik het niet meer zoals een kind. Wat is de woestijn verlaten. Wat is de woestijn onherbergzaam. Wat is de woestijn heet. Wat is de woestijn droog. Wat is de woestijn stil. Wijsheid uit de woestijn? Wat zoeken mensen in een woestijn? Wat bezielt woestijnvaders en woestijnmoeders er te gaan leven in een grot of er een klooster te bouwen en zich terug te trekken van de bewoonde wereld, daar te wachten tot er iemand langs komt? Ik kan me voorstellen dat zij de eenzaamheid bevrijdend vinden. Dat de immense stilte ruimte en rust geeft, zonder afleiding. Ik kan me voorstellen dat mensen er willen blijven en alles achterlaten. Je kunt besluiten dat je aan de woestijn genoeg hebt, dat je nergens zó vrij bent. Dat je er eindelijk tot jezelf komt. Dat je zo misschien wijsheid in de woestijn vindt. Toch zou ik zelf na één lange dag al verlangen naar mijn groene oase en een koele douche. Zingen: Woord dat ruimte scheptInterview met een woestijnvader, Antonius de StoereWanneer leefden u en uw collega’s? Waar leefde u? Ik leefde in Egypte, in de woestijn, zoals de meesten van ons. Er leefden ook woestijnvaders en –moeders in de Sinaï en een enkele in Klein Azië, bijvoorbeeld de heilige Nicolaas. Wat doet u zoal de hele dag in de woestijn? Waarom doet u dat allemaal in de woestijn? U heeft geen bezittingen. Hoe kijkt u aan tegen bezit? Wat kunt u mij adviseren? Ik voel me onrustig omdat ik dingen zeg waar ik Wat doet u als een monnik tijdens de viering in slaap valt? Wat kan ik van u leren? Wat kan ik van u leren? Wat kan ik van u leren? Zingen: Ruimte waar het licht kan komenKennismaken met woetijnvader Mozes, ’De Donkere’ of ‘De Zwarte’Mozes werd in Nubië geboren, het verre Zuiden van Egypte. Hoe verder je zuidelijk gaat hoe donkerder de huidskleur van de bevolking. We weten niets van zijn kindertijd. We horen pas van hem als hij de slaaf van een hooggeplaatste Egyptenaar is. Hij is een opstandige man met een opvliegend karakter en hij wordt regelmatig gestraft voor diefstal en zelfs het vermoorden van een medeslaaf. Mozes wordt weggestuurd en hij sluit zich aan bij een roversbende. Met zijn 70 rovers maakt hij een groot deel van de woestijn onveilig. De autoriteiten zitten hem voortdurend op de hielen. Op de vlucht voor het gezag komt hij bij een groep monniken terecht en daar raakt hij onder de indruk van hun manier van leven. Hij besluit ook monnik te worden en gaat in de leer bij een priester. Zoveel gezag als hij als rover had, zoveel gezag verwerft hij als monnik. Hij wordt vooral bekend om zijn opvatting niet over anderen te oordelen. Oordelen heeft volgens hem een zeer ongewenste bijwerking: het leidt de aandacht af van jezelf. Waarom is het letten op eigen fouten voor woestijnvaders en –moeders zo belangrijk? ‘Wie de misstappen van een ander opmerkt, is daar zelf schuldig aan. Je dient je blik op jezelf te richten. Letten op de fouten van een ander kan ertoe leiden dat je jezelf boven die ander verheven gaat voelen. Dat past niet bij een monnik. De fouten van een ander vallen snel op. Maar voor die ander ben jij een ander….. Als illustratie gaat over Mozes de Donkere het volgende verhaal. Een monnik in een klooster maakt een ernstige fout. De monnikenraad komt bijeen om te overleggen wat ze met deze situatie moeten. Omdat Mozes als wijs man bekend staat sturen ze de overste naar het klooster van Mozes om te vragen of hij wil komen. Eerst voelt Mozes daar weinig voor. Hij vermijdt immers als monnik aandacht te schenken aan de fouten van een ander?! Tenslotte besluit hij na lang aandringen, mee te gaan. Vreemd genoeg draagt Mozes tijdens het lopen een mand op zijn rug. Een oude kapotte mand, tot de rand gevuld met zand en stenen. Aan alle kanten valt het eruit. De monniken die hem tegemoet komen lopen, vragen verbaasd: ‘Mozes, wat ben je nu aan het doen?’ Waarop hij antwoordt: De monniken horen Mozes’ woorden en zeggen niets meer tegen de broeder die de een misstap had begaan en ze vergeven hem. Zingen: De wijze woorden en het groot vertoonKennismaken met woestijnmoeder SyncleticaDe groep waar wij vandaag een licht op laten schijnen mag dan bekend staan als ‘woestijnvaders’, er waren ook vrouwen die deze leefwijze verkozen en praktiseerden. Een van deze vrouwen is Syncletica. Over zeventien eeuwen heen reikt zij ons een gedachte aan over ‘goed doen in het verborgene’. Syncletica wordt geboren in 380 in Alexandrië en heeft een zusje en twee broers, die al vroeg overlijden. Het verhaal gaat dat zij zich al zeer vroeg toelegde op een leven als non, door te bidden en te vasten. Haar ouders zijn er niet blij mee: zij zien hun mooie en aantrekkelijke dochter liever trouwen. Maar die wil daar niets van weten. Samen met haar blinde zus begint zij een kleine leefgemeenschap. Zij leven er erg sober, op zemelenbrood en water, slapend op de grond, bidden en zoveel mogelijk goed werk doen. Dat trekt veel andere vrouwen aan en er ontstond een ware beweging van zogenaamde ‘stadsmaagden’. Vrouwen, die niet trouwen en zich wijden aan een goed, sober en vroom leven. Over dat goede doen heeft Syncletica zo haar eigen gedachten. Deugden als matigheid en liefdadigheid zijn goed, maar de vraag is: hoe zichtbaar mogen zij zijn? Wie goed werk doet, kan al snel complimenten krijgen. Die kunnen weer afbreuk doen aan de intenties waarmee je goed doet. Doe je het omdat het goed is, of omdat je er complimenten door krijgt? Om dit verduidelijken maakt zij de volgende vergelijking. Duidelijk is dat zij hiermee aansluit bij evangelieteksten. Denk hierbij aan Matteus 6: . Pas op dat jullie je gerechtigheid niet doen voor het oog van de mensen, om door hen gezien te worden. Anders wacht je geen loon bij jullie Vader in de hemel. Dus wanneer je barmhartig bent, loop er dan niet mee te koop, zoals de schijnheiligen dat doen in de synagogen en op straat, om door de mensen geprezen te worden. Ik weet het niet. Voor mij is het een tweede natuur om mensen te complimenteren met het goede dat zij doen. ‘Goed, dat je dat doet!’ Hoe lang ik dat al doe, bleek toen Heleen Boonstra bij het digitaliseren van onze Epistels een tekst van mijn hand tegenkwam uit de jaren tachtig. Wat is goed, wat is verbeterbaar? Het is al jaren mijn vaste duo. De vraag is wel: doen die complimenten af aan iemand goede intenties? Of stimuleren deze juist om het goede te doen. Syncletica roept deze vraag op, en dat doet ze goed. Al zou ze dat zelf niet willen horen. Hoe dan ook: mocht je deze viering waarderen, vertel het ons dan maar niet. Wij zouden er zomaar zacht en week van kunnen worden. Of vertel het wel, als je denkt dat het anders werkt. Zingen: Vandaag doet de hand en morgen de voet (canon)Onze eigen woestijnenDe fysieke woestijn waarin deze geïnspireerde en voor sommigen inspirerende vrouwen en mannen zich begeven, is voor ons niet actueel. Wij leven niet in de buurt van zo’n woestijn, als de Sahara of de Gobi of de Karoo. Of we moeten Europa’s grootste zandverstuiving bij Kootwijk zo willen noemen. Onze woestijn heeft andere namen. Er zijn voor de meeste mensen perioden in het leven die raakvlakken hebben met het leven in de woestijn. Als je verlaten bent of verloren hebt wat je lief hebt. Als de zon te onbarmhartig op je knar schijnt. Als met de jaren ook de kwalen komen. Als de sombere gedachten maar niet uit je hoofd en hart willen wijken. Als je ernstig getroffen wordt door ziekte en tegenslag. Periodes van werkloosheid, of juist tijden van veel te veel werk. Op onze levenslange reizen dragen onze woestijnen dragen namen als eenzaamheid, rouw, uitzichtloosheid, onzekerheid, depressie, verlatenheid. Wij willen jullie vragen om in stilte je dachten hierover te laten gaan. Stilte Laten we zingen over zo’n woestijn, die van Elia. Zingen: Op mijn levenslange reizen, couplet 1 en 2Wij willen jullie vervolgens vragen: wat had je in die woestijn wel, wat heb je in deze woestijn wel? Waar waren toen of zijn nu de oasen, de bronnen, de schaduw? Stilte Zingen: Op mijn levenslange reizen, couplet 3Collecte voor Nieuw Sion en omgekeerde collecteZingen: Nada te turbeDe zegen mee |
Indien u op de hoogte wil blijven van de activiteiten van
onze oecumenische basisgemeente kunt u zich abonneren op onze digitale
nieuwsbrief.
Stuurt u dan een e-mail naar: info@oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl
Bijgewerkt:8 december 2016