Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn



geloven is nooit af

4 maart 2018


 


Welkom

Kaars aansteken

Zingen: Hier zijn verzameld

Mededelingen

Inleiding op het thema

Geloven is nooit af!
Deze zin impliceert dat je gelooft en dat er een bepaalde ontwikkeling in heeft plaatsgevonden die nog bezig is...
Geloven in wie ; geloven in wat?
Bij sommigen zal het een proces zijn dat steeds verder opschoof naar ongeloof, naar niet-weten, naar meer vraagtekens dan zekerheden.

De meesten van ons komen uit een kerkelijk milieu.
Van de belevingen hierin opgedaan is meestal afstand genomen, van het geheel of van onderdelen. Welke ervaringen/belevingen zijn aan de zijlijn geraakt , helemaal verdwenen of bewust in de prullenbak gedeponeerd?
We zijn allemaal opgegroeid met een kinderlijk geloof. Als kind neem je alles aan wat je verteld wordt en zoals het verteld wordt, zoals in een sprookje. Je dacht er meestal niet over na; het was gewoon zo... Een kritische houding zou pas later ontstaan.
Geloven in wie heeft te maken met God of hoe je die ook wil noemen.
Aan bepaalde Godsbeelden kunnen we ontgroeid zijn of opgeruimd hebben.
De man met de baard....Is het wel een man?
De strenge straffende politieagent die je in de gaten houdt.
De almachtige..

Wat is er voor in de plaats gekomen als je het als een groeiproces ziet?
Geloven in wat? Dat zijn de zaken, vormgevingen, regels en voorschriften, de leer en interpretaties daarvan, de manier van uitdrukken, de taal.....
We hebben er afstand of afscheid van genomen. Wat is er voor in de plaats gekomen?
Of anders gezegd : welke zaken vinden we nog waardevol genoeg om te behouden
en mee te nemen op onze levensweg? Zijn er nieuwe dingen en visies bijgekomen?
Wat nemen we mee; wat nemen we niet mee?

We beelden dit uit met een rugzak.
In de oude zak stoppen we alles wat ons niet meer aanspreekt.
In de nieuwe wat we wel mee willen nemen op onze levens weg.
Dat zal voor ieder ook verschillend zijn.
Geloven is nooit af...

Luisterlied: Toen was geloof heel gewoon - Stef Bos

Mijn vader was van voor de oorlog
kind van Kuyper en Colijn,
mannenbroeders, orgelklanken,
Institutie van Calvijn,
tijd van werken om den brode,
maar het kon niet met brood alleen,
bidden voor het avondeten,
zondagsrust en nergens heen.

En op een dag werd alles anders.
De kerk stond niet meer in het midden
en hij zat daar met gevouwen handen
en zag een andere tijd beginnen,
maar hield zich vast aan zijn principes,
man van daden bij het woord,
man van houvast en tradities,
samen zingen in een koor.

Toen was geloof heel gewoon
en onweerlegbaar was de waarheid
van de Vader en de Zoon.
Toen de schaduw van de oorlog
langzaam wegtrok uit dit land,
land van wolken en van woorden,
land van God en middenstand.

Mijn moeder was van voor de oorlog.
Het leven was nog afgelijnd.
Altijd binnen grenzen blijven
God is groot en wij zijn klein.
Heel het leven stond geschreven
van de wieg tot aan het graf,
een rechte weg om niet te dwalen
en je wist altijd waar je was.
Maar die tijd van tien geboden,
ze viel langzaam uit elkaar.
Dansen was niet meer des duivels,
alles lag opeens op straat.
Vrije liefde, idealen,
een bonte optocht trok voorbij.
En een deel van haar wou meegaan,
maar het was niet meer haar tijd.

Toen was geloof heel gewoon
en onweerlegbaar was de waarheid
van de Vader en de Zoon.
Toen de schaduw van de oorlog
langzaam wegtrok uit dit land,
land van wolken en van woorden,
land van werken en van kerken,
land van God en middenstand.

Toen was geloof heel gewoon.

Lezen: Genesis 22:1-14

Hoe las ik de bijbel vroeger en hoe lees ik hem nu?

Hoe las ik de bijbel vroeger en hoe lees ik hem nu?
Bij mijn ouders thuis werd na een maaltijd eenmaal per dag een stukje uit de bijbel gelezen. Napraten over het gelezen stukje gebeurde niet of zelden; hooguit een instemmend knikje. Na ons trouwen hebben we die leestraditie voortgezet.
Wanneer precies dat weet ik niet, maar gaandeweg is het bijbellezen na het eten op de achtergrond geraakt en doen we het nu niet meer.
In die tijd las ik de bijbel als een harmonieus boek. Kritische vragen stelde ik niet en de verschillen in de evangeliën, daar las ik gladjes overheen. De bijbel kon zichzelf niet tegenspreken. God was almachtig en Jezus volmaakt.
Soms dacht ik wel: Zou dit of dat verhaal nu echt zo gebeurd zijn? Ook waren er verhalen waar ik niets van begreep. Juist die teksten waar ik niets van begreep maakten mij nieuwsgierig en ik begon vragen te stellen.
Ik ging boeken lezen van vaak tegendraadse theologen zoals Wiersinga, Kuitert, de Zuid-Afrikaanse theoloog Labuschagne en anderen. Ook leerhuizen hadden mijn belangstelling. Daar leerde ik vragen te stellen aan de tekst en dat meerdere interpretaties mogelijk zijn. En dat proces is nog niet afgelopen.

Nu lees ik de bijbel anders, met een andere bril op en ook kritischer. Wat staat er precies en niet wat ik dacht dat er zou staan. Soms lees ik een heel bijbelboek achter elkaar naar aanleiding van een leerhuis of een boek. Ik leerde dat in veel bijbelverhalen een tweede, diepere laag schuil gaat.

We lazen zojuist het verhaal van Abraham die op de proef wordt gesteld en gevraagd wordt zijn zoon Izaäk te offeren. Abraham gaat zonder tegenspraak met Izaäk op weg en ondergaat de beproeving.
Vroeger werd in de kerk dit verhaal uitgelegd als een voorbode op het offer dat Jezus heeft gebracht als verzoening voor onze zonden. Deze theologie heb ik achter me gelaten. Ik weet niet wat jullie er van denken, maar het verhaal heeft iets ongemakkelijks. Als je het letterlijk neemt is het te gek voor woorden. Je zult maar Abraham zijn en de opdracht krijgen je zoon te offeren. Wat kan ik met zo’n God die dat vraagt. Heeft die God toch iets met het offeren van kinderen? Dit is toch absurd? Je krijgt er geen blijmoedig godsbeeld van.
Er is veel gedacht en geschreven over deze controversiële tekst. Zou er nog wat anders schuil gaan achter dit verhaal? Een tweede, diepere laag? Ik denk het wel.

De verhalen over Abraham zijn bekend. We weten dat Abraham en Sara lang kinderloos blijven. Abraham is al een hele oude man en Sara is de vruchtbare periode al voorbij. Dan krijgen ze bezoek van de Eeuwige en wordt hun binnen een jaar een zoon beloofd. Sara kan het niet geloven en lacht om de belofte. Abraham krijgt de opdracht deze zoon Izaäk te noemen en met deze zoon wordt hem een groot nageslacht beloofd. Het is een eeuwig verbond, zo staat het geschreven. Nu zou hij deze zoon moeten offeren? Maar dat klopt toch niet met die voorgaande belofte! Dat is toch in tegenspraak? Op weg naar de offerplaats zal Abraham zich die belofte vast wel herinnerd hebben. Zou het kunnen dat Abraham er op vertrouwd heeft dat het offeren toch niet door zou gaan? Kon hij daarom ook zonder tegenspraak en emotie op weg gaan naar de offerplaats? Tegen de achtergebleven knechten zegt Abraham ook: “Na het offer komen we bij jullie terug”. En als Izaäk onderweg vraagt waar het offerdier is, antwoordt Abraham: ”Daar zal God zelf voor zorgen”. Zo gebeurde het ook.

Er is veel voor te zeggen dat het juist een verhaal is tegen het kinderoffer. Dat de Eeuwige helemaal niets moet hebben van het kinderoffer lezen we verderop in Deuteronomium 12. Het volk Israël wordt hier verboden de offerpraktijken van de heidense bevolking over te nemen. In vers 31 lezen we: “Zij, dat zijn de heidense volken, hebben alles gedaan wat de Eeuwige verafschuwt; zij hebben zelfs hun zonen en dochteren als offer voor hun goden verbrand”. Dat was de cultuur waarin Abraham leefde, twee- tot drieduizend jaar geleden.

Kinderen offeren, hoe zit dat in onze tijd? Deze vraag werd ook in ons voorbereidingsgroepje gesteld. We weten van kinderarbeid, vaak onder de meest afschuwelijke omstandigheden. En kindermishandeling, helaas ook in ons land.
En wat te denken van kindsoldaten? Volgens War Child komt het voor in 19 gebieden en betreft het vele duizenden kinderen. Daar vallen zeker slachtoffers.
Het ergste is toch wel dat in gebieden waar Abraham met zijn schapen rondtrok, tot voor kort kinderen gehersenspoeld werden. Ze werden gebruikt als levend schild en ze zijn zelfs bereid tot het plegen van zelfmoordaanslagen.
Over dit soort afschuwelijke gebeurtenissen schreef Rabbijn Jonathan Sacks een indrukwekkend boek met als titel: “Niet in Gods naam”. Dat zeg ik hem graag na. In Gods naam, laat er een eind aan komen!

Zingen: Woord dat ruimte schept

Geloven is nooit af . . . . . .

Een werkelijkheid die je te boven gaat

Van de Bijbel laat ik allerlei teksten weg die mij niets meer zeggen.
Wat moet ik met al die voorschriften en wetten zoals beschreven in Numeri, Leviticus, etc. ?
Welke betekenis hebben die verhalen nog voor mij die in Kronieken, Koningen, Rechters, etc. staan en waar het gaat over oorlogsvoering, veroveringen, geweld, bedrog en misbruik van mensen? Goed om te weten dat het vroeger ook niet ideaal was .. Veel is cultureel ingebed en vormgegeven zoals met al die offers, de man-vrouw verhouding, nomadencultuur, veehouders...
Wat heeft voor mij Nu nog waarde en betekenis dat inspiratie en zin aan mijn leven kan geven?

Van wat ik eruit doe : de Gij – zult uitspraken en soortgelijk taalgebruik.
Een andere wijze van formuleren die vriendelijker en inspirerender overkomt..
Als houding wil ik wegdoen: het onverdraagzaam fanatisme dat eigen gelijk en waarheid als enige wenst op te leggen, desnoods met geweld.

Wat ik er in wil houden : Genesis 1 waarin gezegd wordt dat de mens, man en vrouw, geschapen zijn naar Gods beeld: daarin aangegeven de gelijkwaardigheid van man en vrouw en de mens een hoogwaardige status krijgt waarnaar die zich ook behoort te gedragen; goddelijk als het ware..

Genesis 12 : waarin de roeping van Abraham wordt verteld. Verlaat je huis en land en ga op weg! Ik ben met je ! Vertrouw daarop. Wij zijn ook op weg; bereid zijn los te laten, nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen aan te gaan. Niet bang zijn op de weg die je gaat...
Dit is tevens heel actueel als we de vele vluchtelingen zien; op weg gegaan vanwege geweld,
economische malaise, klimaatverandering..

Handelingen 2 : dit gaat over het gemeenschappelijk leven. In huidige termen gezegd : Zie naar elkaar om; zorg dat niemand in een noodsituatie blijft steken. Samen delen: vieren, eten....

Tenslotte: Niet alles is precies in woorden uit te leggen. Iets wat je overkomt; iets wat verwondering of verbijstering opwekt.. Geheim , mysterie van het leven...
Ervaringen, ook geloofservaringen, kunnen op een artistieke wijze worden uitgedrukt
door film, foto, schilderij, beelden, literatuur.. In de stilte , in de natuur, waar je ineens diep beseft hoe belangrijk iets is; een werkelijkheid die je te boven gaat..

Meegenomen een boek : De bijbel cultureel, de bijbel in de kunsten.

Heilige onrust

Heel lang heb ik geloofd dat God een almachtige God was, die alles wist en alles zag en alles kon. Dat was toen geen probleem, hoewel ik wel bang was dat, als ik iets verkeerd deed, God zou straffen. Ik was ook bang dat ik niet in de hemel zou komen maar in de hel. Hel en hemel en God bestonden en God moest ik te vriend houden. Dat het met mij goed zou komen dat was voor mij wel zeker, ik was een gehoorzaam kind! Maar voor mijn broertjes was ik niet zo zeker. Zij haalden nogal eens kattenkwaad uit en deden alles wat God verboden had. Volgens mij zaten zij daar niet mee maar ik was wel bezorgd.
Zondags moesten wij naar de kerk, hoewel mijn ouders zeiden jullie mogen naar de kerk, nu daar waren wij het niet mee eens. Mijn vader was, zolang ik mij kan herinneren, ouderling en dan moest je wel het goede voorbeeld geven. Mijn vader zat dus altijd in de ouderlingenbank en dat was voorin de kerk, dientengevolge zat mijn moeder met 8 kinderen elders. Dat duurde niet lang of er moesten 4 broertjes ook in de ouderlingenbank en dan achter de ambtsdragers. Daar haalden ze allerlei streken uit ter vermaak van het kerkvolk.
Erg godsvruchtig waren we niet.

Later op de catechisatie werden wel dingen verteld door de dominee waarvan ik dacht: dat kan toch niet. Alles in de Bijbel was waar en ook echt gebeurd: de aarde in 6 dagen geschapen en Jezus was Gods zoon en was voor ons op de aarde gekomen om gekruisigd te worden voor onze zonden. Dat kon ik niet geloven.

Maar wat geloof ik dan wel en wat neem ik mee in mijn rugzak?

Het boekje “Heilige onrust” van Frits de Lange heeft me op een ander spoor gezet van geloven. Hij beschrijft de pelgrimage. Mensen die op weg gaan en dan niet de bestemming als doel hebben maar de weg er naar toe. Alles wat ze in de weg zitten, wegdoen en gewoon de ene voet voor de andere zetten. Geloof is geen kennis van een andere wereld, maar een manier om je tot het leven te verhouden. In de kern komt geloof neer op liefde voor het leven en op verlangen naar hoop dat het in deze wereld morgen beter zal zijn dan vandaag. Waar ik naar verlang en op hoop kan ik niet precies definiëren. Is het een verlangen naar God? Het is een verlangen naar ik-weet-niet-wat. Wie of wat God voor mij is dat weet ik niet, mysterie, liefde? Ik houd het maar op: God zien in de ogen van de Ander.

In mijn rugzak gaat ook het blad Volzin, een blad met, meestal, waardevolle artikelen. Het wordt in onze basisgemeente gebruikt voor de vieringenlijst en voor het na-de-pauze thema van de basisvergadering.
Ook gaat mee de vernieuwde folder van onze basisgemeente.

Zingen over Jezus

In de gereformeerde kerk van mijn jeugd was de kern van het geloof het verzoenend sterven van Jezus. Je kon alleen behouden worden als je beleed dat Jezus voor jouw zonden was gestorven. Na je dood zou God je opnemen in het hemels vaderhuis. We zongen gezang 50:3 uit de Hervormde Bundel.

Jezus, uw verzoenend sterven
blijft het rustpunt van ons hart.
Als wij alles, alles derven,
blijft uw liefd' ons bij in smart.
Och, wanneer mijn oog eens breekt,
't angstig doodszweet van mij leekt,
dat uw bloed mijn hoop dan wekke
en mijn schuld voor God bedekke.

Dit lied zing ik niet meer. Mijn kijk op geloven is veranderd

Het gaat me nu om een geloof waarin het
    niet gaat om opvattingen maar om daden
    niet gericht is op boven maar op beneden
    niet gaat om eigen welbevinden maar om de ander en de toekomst.

Ik zing trouwens nog wel over Jezus, maar anders.

Huub Oosterhuis schreef een lied onder de titel 29 namen voor Jezus van Nazaret.
Het is op muziek gezet door Antoine Oomen.
Het lied is opgenomen in de onze koormap.

    Naaste Vreemde Jood Zaad Boom aan de bron
    Bruidegom Weg Droom van een mens Deur open
    Hoeksteen Sleutel Leeuw van Juda Lam
    Gerechte Herder Parel Twijgje Vis Brood
    Woord Wijnstok Zoon van God Knecht
    Stromen levend water Morgenster Koploper
    Enige Onzegbaar gezegde

Eén van de namen voor Jezus is wijnstok. De evangelist Johannes zegt: ‘Hij is de ware wijnstok.’
Dit inspireerde ons om druiven mee te nemen die wij nu met elkaar zullen delen, als teken van
verbondenheid met Jezus en met elkaar.

Druiven delen

Zingen: 29 namen voor Jezus van Nazareth

Collecte

Zegenbede

Dat wij gezegend onze levensreis mogen vervolgen.
Dat wij elkaar mogen zegenen,
door met ogen vol mededogen te kijken,
met oren bereid om te luisteren,
met handen die willen troosten,
met woorden uit ons hart,
geinspireerd door Hem die enkel liefde is.
Vrede zijn met ons allen.

Zingen: Zegenbede

 

Home

Indien u op de hoogte wil blijven van de activiteiten van onze oecumenische basisgemeente kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief.
Stuurt u dan een e-mail naar: info@oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl

Bijgewerkt: 7 maart 2018