Viering 27 mei 2023, Pinksteren
Pinksterviering, thema Geestkracht
Woord van welkom
We ontsteken de Paaskaars.
De Paaskaars het symbool van Zijn aanwezigheid, niet alleen bij ons maar ook in ons, in ons hart.
In Zijn aanwezigheid weten wij ons welkom.
Zingen: Kom, Geest van God
Mededelingen
Handelingen 2 vers 1 – 8
We vieren Pinksteren, het feest van spiritualiteit. De Heilige Geest in jezelf herkennen als geestkracht. Daar horen meer woorden bij zoals: enthousiasme; ook het woord bezieling; de 7 gaven van de Geest (Wijsheid, Inzicht, Raad, Sterkte, Kennis, Vroomheid, Ontzag voor God).
Bij de voorbereiding werden wij zelf enthousiast en bezield en willen dat graag met jullie delen.
Allereerst lezen we het verhaal van Pinksteren zoals de evangelist Lucas dat opschreef in het bijbelboek ‘De handelingen van de apostelen’ Handelingen 2:1-8.
1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar.
2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde.
3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten,
4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
5 In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde.
6 Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken.
7 Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileërs die daar spreken?
8 Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen?
Zingen: Geweldige, gedreven wind
Het Pinkstergebeuren nader bekeken
Pinksteren: Het Pinksterverhaal wat we hoorden begint heel kort met de woorden ‘Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar’. En dan ineens dat geluid als een hevige windvlaag. Dat is voor mij te beknopt, te kort. Er zijn natuurlijk diverse geleerde mensen geweest die me duidelijk maakten dat dit woorden zijn met symboliek. Ik weet ook wel dat er 2000 jaar geleden geen journalist rondliep om te noteren wat er allemaal gebeurde.
Maar toch… als ik kijk naar mijn eigen manier van geloven probeer ik te ontdekken wat er bij die groep rond Jezus gebeurd is. Neem nou dat geluid als een hevige windvlaag en die omschrijving van een soort vlammen en vuurtongen. Dat kan ik best zien als symbolen voor het feit dat er bij die groep apostelen iets bijzonders gebeurde. Maar wat gebeurde daar bij hen?
Ik denk dat we in onze tijd de woorden zouden gebruiken: ze gingen helemaal uit hun dak. Of: ze raakten in vuur en vlam van enthousiasme. (NB ‘vuur en vlam’? Toch weer dezelfde symbolen!).
En dat plotselinge? Ik heb geprobeerd dichter te komen bij wat ze nu eigenlijk ontdekt hebben en waarom dat enthousiasme?
Je hoort dat van bijvoorbeeld iemand die een belangrijke uitvinding gedaan heeft, een wetenschapper. Zo iemand is vaak lang aan het zoeken geweest. Maar dan is er het moment dat zij of hij iets ontdekt. Dat moment wordt vaak ervaren met het woord ‘Plotseling’ of ‘Ineens’ Je hoort dan de woorden: ‘Ineens zag ik het’.
Ik herken dat zelf bij het ontdekken van hoe een computerprogramma werkt. Je gaat je er eerst echt in verdiepen. Je vraagt advies. En dan ineens ontdek je hoe eenvoudig het is.
Zo heb ik gekeken naar die groep rond Jezus, mannen en vrouwen. Hoe ging dat bij hen? Een paar zinnen voorafgaande aan dat wat we net hoorden vertelt daar meer van. Ook dus weer uit de Handelingen van de apostelen, hoofdstuk 1:13-14.
Handelingen 1 vers 13 – 14
13 Toen ze in de stad waren aangekomen, gingen ze naar het bovenvertrek waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon de IJveraar en Judas, de zoon van Jakobus.
14 Vurig en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broers.
Maria Magdalena
Ze gingen dus steeds naar die ruimte van het laatste avondmaal (NB Niet alleen die 12, maar samen met de vrouwen). De zaal van het laatste avondmaal was hun verblijf. Een soort “clubhuis”. Ik denk dat daar hard gewerkt is. We hoorden de woorden: “ze wijden zich aan het gebed”. Maar bidden is meer dan psalmen bidden of een Onze Vader of mooi geformuleerde gebeden. Voor mij is bidden: aandacht hebben. Aandacht voor het leven om je heen, maar ook aandacht voor het innerlijke leven, voor de “binnenkant” van het leven.
Ik probeer me voor te stellen hoe dat was bij die groep mensen die 3 jaar lang met Jezus zijn meegegaan. Het loopt uit op een drama. En dan dat wonderlijke van dat lege graf. Ze horen over ervaringen dat Hij leeft; ook ervaringen dat Hij zelf bij hen is. En daarnaast ook de boodschap dat die lichamelijke aanwezigheid niet door kan gaan. Net alsof ze gedwongen worden naar binnen te kijken. In ieder geval zijn ze daar in hun clubhuis in “retraite”. Wat ze daar meemaken en wat je er over kunt lezen is voor mij iets wat je kunt omschrijven als een soort “ontdekking”.
Met alle aandacht die ze hadden, hebben ze teruggekeken naar die 3 jaren die ze met Jezus rondtrokken. Ze moeten elkaar bekend hebben: we hebben eigenlijk niet echt begrepen wat Hij ons duidelijk wilde maken. Hier in deze zaal bij die laatste keer dat Hij met ons brood en wijn deelde, zaten we nog ruzie te maken wie er de belangrijkste was en of de tafelschikking wel goed was. En dat Hij ons de voeten waste? Ja, dat zette je aan het denken. Je had wel een vermoeden maar… En daarvoor: die toestand op wat we later “Palmzondag” zijn gaan noemen: Hij op die ezel… en wij? Ja, we liepen mee en hadden geen idee…
Er moeten daar lange stiltes zijn geweest daar boven in hun clubhuis… heilige stiltes. Stilte waarin hun Geest aan het werk ging, die ze later herkenden als een Heilige Geest. Ze ontdekten dat stilte geen leegte is, geen lege stilte, maar een welsprekende stilte. Ze moeten rondgekeken hebben. Wie kan ons helpen? Ze moeten zoiets gezegd hebben als: Jezus heeft het drie jaar lang gehad over een diepere dimensie van het leven. Over ons innerlijk. Wie kan ons helpen bij die weg naar binnen? Wie kan er hier voor ons apostelen de apostel zijn? Wie kan ons begeleiden op deze spirituele zoektocht? Het moet haast zo geweest zijn na zo’n lange stilte Maria Magdalena in het midden ging staan. We lezen dat in oude teksten. Misschien dat ze daar begon te zingen. Het lied moet ongeveer zo geweest zijn…
Zingen: Voor kleine mensen
Uit het leven gegrepen
Bij de voorbereiding voor deze Pinksterviering hebben we elkaar verteld over ons doen en laten. We kwamen tot de conclusie dat wat Christus Jezus ons voor leefde in de drie jaar die wij van Hem kennen, nog steeds een voorbeeld is om na te volgen.
Ook wij proberen te kijken en te zien wat anderen nodig hebben. Wij proberen te luisteren en te horen wat anderen zeggen? Wat gaat er in andere mensen om? Wat leeft er bij hen?
We hebben ontdekt hoe goed het is om tijd te maken voor de ander. Een beetje geduld, respect, acceptatie en aandacht is zo belangrijk. En dat alles zonder te oordelen. Wij mensen worden allemaal gevormd, door de omstandigheden en de ervaringen in ons leven. Iedereen maakt dingen mee, en als je het zelf niet hebt meegemaakt, is het soms moeilijk te begrijpen.
In mijn werk maakte ik mee dat mensen zich vreemd gedroegen, maar toen ik de achtergrond van dat gedrag leerde kennen was het helemaal niet vreemd. In het ziekenhuis had je een week lang nachtdienst met dezelfde collega. In zo’n week van samen optrekken, samen de zorg hebben voor cliënten, ontstond er een band. Meestal was zo’n samenwerking heel erg fijn, want je had elkaar zowel in de werksituatie als privé dingen verteld waardoor je de ander beter begreep. En zo is het ook met de voorbereiding van een viering, door de samenwerking leer je de ander beter kennen.
We hebben ontdekt dat we vanzelfsprekend van alles deden en doen voor ouders, broers, zussen, kinderen en vrienden. Maar daar horen ook onbekenden bij, vreemden, vluchtelingen en anders geaarden. We denken dat God het zo heeft bedoeld. En dat Christus naar de is aarde gekomen om het ons voor te doen, het gewone leven. En na Zijn lijden en sterven op Golgotha en Zijn Hemelvaart heeft Christus ons de Heilige Geest gestuurd en gegeven zodat wij daardoor in het heden en in de toekomst geïnspireerd en begeleid worden.
Zo lees je in het evangelie van Johannes 16 vers 7: ‘Het is goed voor U dat ik wegga, want wanneer ik niet wegga, zo zal de Helper niet komen.’
De Helper: de Heilige Geest van het Pinksterfeest, het Pinksterfeest, wat wij nu hier samen vieren.
Zingen: Van grond en vuur zult Gij ons maken
Het verhaal van Nicodemus: ‘Opnieuw geboren worden uit Heilige Geest’
Nicodemus: ‘Uw evenbeeld’ en ‘Zie ik kom haastig zegt Hij’. Bij dat woord ‘haastig’ hoort toch het plotselinge van Pinksteren. Maar in dit lied van Oosterhuis klinkt nog een belangrijkste woord: “uw evenbeeld”.
Ik denk dat het een belangrijke ontdekking was bij die groep daar bij elkaar in hun clubhuis 2000 jaar geleden: “evenbeeld-van-God-zijn”. Maria Magdalena zal daarbij ook Nicodemus gevraagd hebben om zijn verhaal te vertellen. Hoe hij dat bijzondere gesprek had met Jezus. Ja, zei Nicodemus: “Nu snap ik een beetje wat Hij bedoelde met dat “opnieuw geboren worden”. In dat gesprek met Hem begreep ik er niets van en ik maakte het grapje: ‘Je kunt toch niet opnieuw bij je moeder naar binnen gaan in haar moederschoot?’ Ja, we hebben toen samen even gelachen. Hij zei toen die wonderlijke woorden: “Je moet opnieuw geboren worden uit Heilige Geest”. Ik begin het nu steeds meer te begrijpen.
Maria Magdalena zal gezegd hebben: Zo is het ons allemaal vergaan: Eerst zie je wel dat die Jezus een bijzondere man is maar steeds meer ontdek je zijn evenbeeld. We hoorden Hem zo vaak zeggen: jullie zijn bijzonder, jullie zijn allemaal Kind van God. Zijn dood aan dat kruis was indrukwekkend maar dan dat lege graf… Nu ontdekken we allemaal de lading van dat opnieuw geboren worden.
Wat een bijzonder verhaal: Dat wij een evenbeeld van de Schepper zijn. Ik, ja ikzelf mag zo’n evenbeeld zijn. Ik herken dat: Ik mag zorg hebben voor deze plek op aarde waarin ik leef en anderen ontmoet, in de verpleging, hier in de basis, in zoveel vormen van vrijwilligerswerk en zorg. En vooral: Ik mag zorg hebben voor mijn binnenkant: waar God mij wil ontmoeten en op me zit te wachten. Ik mag als teken daarvan het leven delen met anderen en zeggen en zingen:
Zingen: Gij die weet wat in mensen omgaat
In een kring delen we brood en beker
In een kring rond dit brood en deze beker met wijn verbinden we ons daarmee. Aan dit brood en aan deze beker mogen wij iets toevoegen: we mogen het zegenen met ons gebed.
– Zegenen met ons verlangen om opnieuw geboren te worden…
– Zegenen met ons geloof dat dat kan en elke dag weer kan gebeuren…
– In stille aandacht verbinden we onszelf (met alles wat ons bezig houdt) met dit brood en deze wijn. Zo wordt het gezegend door onze dankbaarheid en door de geestkracht in ons.
In stilte mag de Heilige Geest zijn werk doen…
We mogen het in stilte delen omdat Hij vroeg dat te doen in herinnering aan Hem… Als u wilt mag u het brood indopen in de wijn…
Staande in de kring zingen we: Ubi caritas
Zegengebed en zegenwens
Wie door de Geest is aangeraakt
begint opnieuw te leven
en geeft dit door.
Een lopend vuur een lichtend spoor trekt door de wereld
en zet de mens in vuur en vlam,
verenigt tot gemeenschap.
Een lange optocht door de tijd,
op weg en werkend aan een rijk van volmaakte vreugde.