Viering 10 mei 2020: Verlangen
Welkom
Beste mensen,
Van harte welkom in deze ongewone viering van onze basisgemeente. Je kunt deze viering lezen of luisteren. Dit is de tweede viering op deze manier en voor twee liedjes werkt Wim Brinkman mee.
In het Episteletje van donderdag las je de mededelingen al. Misschien goed om te zeggen dat Gerlies en ik de anderhalvemeter opstelling uitprobeerden. We komen daarin tot veertig zitplaatsen. Het was op de een of andere manier hoopvol om de kerkzaal weer in te richten.
Kaars
Op het moment dat we anders de paaskaars aansteken, kun je nu zelf een kaars aansteken als je wilt. Voel je vrij.
Openingslied
Wim Brinkman speelt ‘Vrede voor jou’
Inleiding
Deze week werden versoepelingen aangekondigd. Aarzelende stappen op de weg uit deze coronacrisis. Vooralsnog zitten wij nog allemaal in hetzelfde schuitje, hoewel dat schuitje er bij de een anders uitziet dan bij de ander. Driehoog achter lijkt mij lastiger dan ruim behuisd en voorzien van een tuin of ruim balkon. Wat ons verbindt, is het zoveel mogelijk thuis moeten blijven, het afzien van veel mensen en zaken die het leven juist zo fijn en mooi maken.
Wat ons daarmee ook verbindt, is het verlangen naar die mensen en zaken, ervaringen. Alles wat voorheen voor velen van ons zo vanzelfsprekend was: er op uit gaan, vrienden bezoeken, naar een museum gaan, kleinkinderen zien, naar een viering gaan.
Over dat gedeelde verlangen gaat het in deze viering. Over dat diepste verlangen schreef Augustinus een mooie mystieke tekst. Van een andere mystieke denker, Hildegard van Bingen, is het eerste lied.
Lied ‘Kyrie Eleison’ / Hildegard van Bingen
Citaat van Augustinus
Laat heb ik Jou lief gekregen / o Schoonheid, zo oud en zo nieuw / laat heb ik Jou lief gekregen / En zie, Jij was binnen / en ik was buiten / en daar zocht ik Jou / en ik, wanstaltig als ik was, stortte mij op de schone dingen die Jij gemaakt hebt / Jij was met mij, maar ik was niet bij Jou / Die dingen hielden mij ver van Jou / die niet zouden zijn / wanneer ze niet waren in Jou.
Maar geroepen heb Jij / en geschreeuwd / en mijn doofheid doorbroken / gestraald heb Jij / en geschitterd / en mijn blindheid verjaagd / gegeurd heb Jij / en gesnoven heb ik / en nu snak ik naar Jou / ik heb geproefd en nu honger en dorst ik / Jij hebt mij aangeraakt / en ik ben ontvlamd tot Jouw vrede
Muzikaal intermezzo
Door Wim Brinkman
Overweging
Het is bijzonder hoe een mysticus van zestien eeuwen geleden woorden schrijft die nog steeds resoneren en betekenis kunnen krijgen. Augustinus zoekt een leven lang, naar schoonheid, waarheid, vervulling. God, zo je wilt. Wie zijn woorden volgt, leest dat hij dat even ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt. Hij ziet, soms even, een glimp van hoe het zou kunnen zijn.
Even is zijn verlangen vervuld en dat doet hem ontvlammen, tot vrede.
Dit is een tijd van verlangen. Naar de tijd dat alles weer normaal is of de tijd dat de wereld verandert, ten goede. Naar een knuffel met je dierbaren. Opa’s en oma’s verlangen naar hun kleinkinderen. Gescheiden geliefden naar elkaar.
In de reacties op de vorige viering schreven mensen: wat verlang ik juist nu om elkaar weer te zien. Ook hoorde ik dat mensen helemaal niet missen waar ze zich anders zo druk over maken. Kinderen die van muziekles naar turnclub moeten rennen zeggen: ik hoef al die clubjes niet meer.
Misschien verandert dat als het eenmaal weer mag, misschien ook niet.
De samenleving en ook wijzelf zijn letterlijk stilgezet. En misschien zou deze tijd zomaar aanleiding kunnen geven om bij jezelf na te gaan waar je diepste verlangen eigenlijk ligt. Waar het in jouw leven werkelijk om draait, wil je tot vervulling komen.
Dat zijn grote vragen. Het mooie in de tekst van Augustinus vind ik, dat hij niet hoog en onbereikbaar ver reikt om het antwoord te vinden. Hij zoekt en vindt het heel dichtbij.
Als je zoekt, vind je in jou zelf schoonheid, waarheid, vervulling. God, zo je wilt.
Nee, niet altijd. Bijvoorbeeld toen gisteren een mevrouw voor mij zesentwintig stukjes broccoli door haar handen liet gaan, voordat ze er eentje naar haar smaak vond. En ik er daardoor niet langs kon, waardoor er een file ontstond.
En ja, soms, even wel. Als je door alle liefde en schoonheid om je heen je ineens realiseert dat die liefde en schoonheid ook in jou besloten liggen. Als een diepe zekerheid. Alsof je in een fractie van een seconde diep van binnen voelt en weet, dat je naar Gods beeld geschapen bent.
Dit jaar ging ik naar de Aswoensdag-viering in de Drie Ranken. Dominee Gertrudeke van der Maas deelde askruisjes uit. Ik ging voor haar staan en zij zei: ‘Geliefd kind van God, laat los wat je gevangen houdt.’ Dat iemand dat tegen mij zei, ontroerde mij. Het raakte aan het diepe verlangen gezien en aanvaard te zijn.
Soms helpt het niet als je het tegen jezelf zegt, soms helpt het wel als iemand anders het tegen je zegt: goed, dat jij er bent.
Lied: Veel te laat heb ik jou lief gekregen
Gedicht
Erik van Ruysbeek / Kringloop
Beschijn mij dat ik besta
Verlicht mij, dat uit de vormloosheid
Mijn vormen doemen
Even
Tot in mezelf ik zink
En word het licht
Dat mij deed worden
De oneindigheid
Die aan mijn eindigheid
Zich schonk
Lied: Dat een nieuwe wereld komen zal
Tot slot
Als we uit elkaar gaan, geven we elkaar goede woorden mee, woorden van zegen.
Ga in de kracht die je gegeven is
in eenvoud
in vrolijkheid
in vriendelijkheid
op zoek naar liefde
en de Geest zal met je gaan
Colofon
Muzikaal intermezzo: Wim Brinkman / / Basismail: Peter van der Lee / Website: Wim Welling / Slotlied: Pur sang/ De Drie Ranken / Voorbereiding: Kees Posthumus