Viering 16 april 2022, Pasen
Welkom en mededelingen
Wij steken het licht aan, het komt van buiten, van ver. Wij verwelkomen het licht, zijn dankbaar dat het bestaat, dat het met ons doet en praat. Het licht van oudsher vormt een geheel met het licht in ons.
Dat licht geven wij aan elkaar door. Nu met een kaars. Op andere momenten ook met goede woorden, daden van liefde en solidariteit. Wij zijn elkaars licht.
(Buiten aan een vuur wordt de paaskaars aangestoken, waarna mensen het licht met kleine paaskaarsen aan elkaar doorgeven. Dit is de overgang van donker naar licht. Het licht wordt doorgegeven).
Tijdens het doorgeven van de kaars:
Zingen: Als alles duister is
Een / Schepping
Uit Genesis 1
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen’, en er was licht. God zag dat het licht goed was en hij scheidde het licht van de duisternis, het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en morgen, de eerste dag.
Eerste kaars aansteken
Paus Franciscus baseerde zijn tekst op het Zonnelied van de heilige Franciscus van Assisi. In het Zonnelied delen, naast mannen en vrouwen, ook de elementen van de schepping in broeder- en zusterschap. Sint Franciscus schrijft over zuster maan, broeder zon, zuster water, broeder vuur. Het sterk op de mens gerichte denken, antropocentrisme, is in strijd met hoe Sint Franciscus over de schepping schrijft.
Lied: Dat ik aarde zou bewonen
Twee / Uittocht
Uit Exodus 3
De Eeuwige zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is. Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden. Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloed van melk en honing. (…) Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.
Tweede kaars aansteken
Deze tekst is het begin van het verhaal dat leidt tot de uittocht uit de slavernij in Egypte. Weg uit wat hen klein houdt en knecht gaat het volk de ongewisse weg van bevrijding. Er is in de nacht van de uittocht nauwelijks tijd om te eten. Een haastige hap in de gang, met de jas al aan, dat is het eerste paasmaal.
Dit is geen herinnering in de zin van ‘toen en daar’. Gedenken in Joodse zin wil zeggen: je bent het zelf die elke dag weer, je leven lang, kunt wegtrekken uit wat je klein houdt. Dat komt dichterbij dan je soms denkt. Het gaat ook om persoonlijke keuzes. Ook dat begint met een vraag: is dit het leven wat ik, gegeven de omstandigheden, wil leiden? Is dit waartoe ik geroepen ben? Kom ik toe aan waar mijn hart naar verlangt?
Dit verhaal houdt de hoop levend: je kunt altijd, met kleine stapjes of een grote stap, de ongewisse weg van bevrijding gaan.
Lied: Die mij droeg op adelaarsvleugels
Drie / Opstanding
Uit het slot van Marcus
Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria, de moeder van Jakobus en Salome geurige olie om hem te balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’. Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de sten al was weggerold; het was een heel grote steen. Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Ze schrokken vreselijk. Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet vang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier: kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. Ga terug en zegt tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: ‘Hij gaat jullie voor in Galilea, daar zullen jullie hem zien zoals hij jullie heeft gezegd.
Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.
Derde kaars aansteken
De vrouwen die wegvluchten van het graf, ‘waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden’, vertelt het verhaal. Toch is het verhaal tot ons gekomen. Dat is een spannend gegeven. Een van de vrouwen moet de moed, het lef gehad hebben om het verhaal verder te vertellen. Om het onmogelijke nieuws te brengen: dat de dood is overwonnen, dat een mens is opgestaan.
Hier ligt een verband met de tekst van journalist Koos Koster, een van de vier IKON-journalisten die in El Salavdor werd vermoord. Dit is het citaat: ‘Soms moet ik kleur bekennen, mijn mond openen, opstaan, reisvaardig zijn. Het feit van overleven verplicht’.
Wij worden geroepen niet onverschillig te zijn tegenover wat er in de wereld gebeurt. Om ieder op zijn of haar eigen plaats kleur te bekennen en te spreken, als gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping in het geding zijn. Vriendelijk, vreedzaam en beslist. Doen wat je kunt.
Helen Keller zegt: ‘‘Omdat ik niet àlles kan doen zal ik niet weigeren het stukje te doen dat ik wel kan doen’.
Lied: Ruimte, waar het licht kan stromen
Vier / De nachtegaal zingt
Uit Genesis 1
God zei: ‘Laat het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf moeten vogels vliegen’. En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde’. Het werd avond en het werd morgen, de vijfde dag.
Vierde kaars aansteken
De legende van de nachtegaal
De zon kwam altijd weer op. Dan werd het ochtend en begon hij de aarde te verlichten en te verwarmen. Maar eens bleef hij slapen. Hij sliep zo diep dat hij vergat om op te staan. Het bleef nacht.
De hemel besloot iemand naar de aarde te sturen om de zon te wekken. Maar wie zou er gaan? Na lang beraad werd besloten om een kleine vogel te sturen: de nachtegaal. Waarom de nachtegaal? Omdat die niet aleen zingt in het licht , maar ook in het donker. Terwijl er een diepe duisternis over de aarde lag, begon de nachtegaal te zingen.
Er gebeurde niets. De nachtegaal hield aan. Nog gebeurde er niets. Zijn verlangen naar het licht veranderde in tranen. Langzaam herrees de zon aan de hemel en begon het licht te worden.
Sindsdien geldt de nachtegaal als symbool voor het verlangen. Een geschenk van de hemel voor als het donker is.
Lied: het geluid van de zingende nachtegaal laten horen
Vijf / Collecte
Visioen van Jesaja, zoon van Amos
over stad en land en hun goede toekomst.
‘Straks zal de berg met het huis van God torenhoog uitsteken boven alle bergen en heuvels. De volken trekken er op af en ontelbaar velen treffen daar elkaar.
Ze zeggen: kom op, ga mee naar de berg van God, waar de Heer woont.
Hij zal ons zeggen welke kant op, welke weg we moeten gaan. Want Sion stelt de wet en Jeruzalem spreekt Gods woord; houvast voor de mens, richtsnoer voor de volken. Dan smeden zij hun zwaarden tot ploegijzers om, hun speren tot sikkels. Geen mens grijpt nog naar de wapens en niemand oefent zich in het vechten. Mensen kom en zoek je weg in het licht van God.’
Vijfde kaars aansteken
De opbrengst van de collecte willen we geven aan de vredesorganisatie PAX.
In veel landen drijft oorlog mensen in het nauw, belemmert geweld het dagelijks leven en sluiten bevolkingsgroepen elkaar uit door onopgeloste conflicten. In het werk van PAX staan daarom drie doelen centraal:
• het beschermen van burgers tegen oorlogsgeweld,
• het beëindigen van gewapend conflict en
• het bijdragen aan vreedzame, inclusieve samenlevingen,
vaak met vrouwen en jonge mensen in de voorhoede. Tegen alle weerstand in strijden ze voor vrede. Zij houden vol, hoe koppig soms ook.
In de afgelopen periode bracht PAX de schade in beeld die door explosieve wapens van Russische militairen is aangericht aan Oekraïense ziekenhuizen.
Als je geen contant geld bij je hebt, kun je de gift ook overmaken naar de bankrekening van de Basisgemeente, zie achter op de colofon.
Pianospel
De mandjes gaan rond
Lied: Het koor zingt het eerste stuk van Otche nash van Nikolaj Kedrov
Zes / Brood en wijn
Er zitten dertien mannen, rond een tafel. De stemming is bedrukt. Niemand weet wat hij zeggen moet. Er valt ook niet zo veel meer te zeggen. Een van hen zal het niet lang meer maken. Voor hem ligt een brood. Voor hem staat een kan met water. Hij pakt de wijn, zegent de wijn, schenkt de wijn in bekers, deel ze rond. Hij pakt het brood, zegent het, scheurt het, deelt het uit.
Zesde kaars aansteken
Wij nemen de tijd om aan tafel te gaan
Het brood te breken en te delen
De wijn te schenken en te delen
Samen te eten en te drinken
(Druivensap uitschenken in kleine glazen en brood breken)
Omdat wij geroepen zijn vrije mensen te zijn
Omdat diep in ons het verlangen leeft
Naar vrede, gerechtigheid, eenheid en verbinding
Wij nemen de tijd om stil te staan
Om weer te weten en niet te vergeten
Dat er iemand was die voordeed hoe dat moest:
Breken en delen.
Iemand die aan de grens van zijn leven
Op de drempel van de dood
Deed wat nodig was
Deel brood. Deel wijn. Deel liefde.
Het is niet moeilijk.
Het is wel moeilijk.
Het wordt nog te weinig gedaan.
Als de een te weinig heeft
Wat in onze wereld, in onze tijd zo is
Als de ander te veel heeft
Wat in onze wereld, in onze tijd zo is
Breek en deel dan wat er is
Breek de toekomst open
Deel het goede van de aarde
Maak de wereld mooier
Tot een plaats waar God wonen wil
Wij nemen de tijd om stil te staan
Om weer te weten en niet te vergeten
Dat er iemand was die voordeed hoe dat moest:
Breken en delen.
Wij gaan in een grote kring staan
Zingen: Als je deelt
Breek de toekomst open
Deel het goede van de aarde
Maak de wereld mooier
Tot een plaats waar God wonen wil
De twee mandjes met brood gaan rond en we geven aan.
Zeven / De zegen mee
Uit Lucas 24
Zij naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’
Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem.
Zevende kaars aansteken
Dat je de weg mag gaan die je goed doet,
Dat je opstaat wanneer je valt,
dat je mens mag worden in Gods ogen
en die van anderen.
Weet dat de aarde je draagt,
dat je gaat in het licht
en dat de wind je omgeeft.
Dat je de vruchten van je leven proeft
en gaat in vrede.
Slotlied: Dat je de weg mag gaan
Colofon
Het verhaal en de afbeelding van de nachtegaal uit Open Deur zijn van Stephan de Jong.
Je kunt je gift voor de collecte voor vredesorganisatie PAX ook overmaken naar NL17 TRIO 0379 2541 15 t.n.v. Stichting OBA, Apeldoorn, onder vermelding van ‘collecte Pasen’.