Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn

Viering 29 juni 2025

Welkom en mededelingen

Welkom allemaal bij deze bijzondere viering. Bijzonder omdat het onze laatste viering is in deze Doopsgezinde Kerk en bijzonder omdat deze viering een herhaling zal zijn van het Kerkasiel gehouden in de Open Hof Kerk in Kampen van 1 mei j.l. Fijn dat jullie gekomen zijn en speciaal welkom de mensen die hier vandaag voor het eerst zijn.

15 jaren hebben wij van deze Doopsgezinde Kerk gebruik mogen maken. Het was ons eerste kerkgebouw nadat we in heel veel verschillende locaties onze vieringen hadden beleefd. Het is een warme omhulling geweest en we hebben veel gastvrijheid ontvangen. We danken de leden van de Doopsgezinde Gemeente hiervoor en wensen hen bemoediging nu hun kerkgebouw zal sluiten.

Vele vieringen van Hoop, Bemoediging, Liefde, Afscheid en Troost hebben we hier met elkaar gedeeld. Vele Koorrepetities, Basisvergaderingen en Groene Hoed bijeenkomsten. We zullen deze vertrouwde omgeving missen. We gaan echter met volle moed en enthousiasme verder met onze bijeenkomsten in de ons welbekende Regentessekerk.

De DEUR van de Doopsgezinde Kerk stond OPEN,
De DEUR van de Regentessekerk gaat nu voor ons OPEN,
En de DEUR van het Kerkasiel te Kampen STAAT DAG EN NACHT OPEN !

Zingen: Dit is een huis

Zomaar een dak

Zomaar een dak, niet zomaar een dak
Vijftien jaar vieren en vergadering in de Doopsgezinde Vermaning
Doopsgezinde Vermaning Apeldoorn

Je was, vijftien jaar lang, boven onze hoofden,
‘zomaar een dak’, én niet zomaar een dak.
Een ruimte om zo in te richten dat het ons paste,
met stoelen in een kring,
een kring waarin iedereen gelijk is, en niemand de baas
met elkaar verbonden en met zicht op elkaar.

Je was een ruimte om te vieren,
zo’n 150 keer, voorbereid door velen,
waarin we het woord namen,
versterkt door Joop,
en naar woorden luisterden.
Waar we inzichten, ervaringen, dromen deelden
en soms brood en wijn.
Je was een ruimte waar het licht kon stromen.

Je was een ruimte om te zingen,
door ons koor, en met z’n allen,
geleid door Wim, begeleid door onze pianisten
met elkaar, uit volle borst en meerstemmig
of aarzelend op zoek naar de juiste toon.
van ’licht dat ons aanstoot’
tot ‘als alles donker is, ontsteek dan een lichtend vuur’.

Je was een plek voor onze basisvergaderingen
bijeengepakt in een te kleine Mennozaal
of op 2 meter afstand in de grote kerkzaal
en van alles er tussen in.
Waar we zochten naar antwoorden
op de grote vragen van onze tijd.
Naar vrede, in een wereld vol geweld en oorlog
naar mensenrechten, waar onderdrukking heerst
naar licht en liefde, naar hoop en goede moed
naar verbondenheid waar verdeeldheid is.

Je was een gebouw waar we niet samen konden komen
in de tijd van corona, afstand en quarantaine
en waar toch van alles groeide en bloeide
van online-vieringen en vergaderen
tot kniepertjes in een papieren zakje, thuisbezorgd.

Je was een ruimte waar we afscheid namen
van wie uit ons midden wegvielen in deze vijftien jaar
waar we een kaars ontstaken als iemand er voor het eerst niet bij was
waar we elkaar jaar opnieuw de namen bleven noemen
van iedereen uit onze basisgemeente
die sinds het begint tot nu zijn overleden.

Je was een ruimte om gemeente te zijn
voor lezingen en voorstelling van De Groene Hoed
voor koffie en thee na de vieringen, vast ritueel, en soms wijn.
voor afwassen in de te kleine keuken
voor repetities van het koor, voor nieuwjaarsbijeenkomsten
voor vrolijkheid en verdriet
voor zoveel malen stoelen klaarzetten
en weer opruimen.

Je was een plek waar we kwamen
met alles dat ons bezig houdt
met zorgen om de wereld, om de mensen om ons heen,
om onze eigen gezondheid
met verdriet, ongekend en ongezien,
of, soms even, gedeeld
met de moed in de schoenen
of de kracht om door te gaan.

Je was het dak boven ons hoofden
je was de houten vloeren waarop wij stonden en liepen
je was de muren die ons beschermden
je was de ramen waardoor het licht kon stromen
je was de deuren die zich openden voor ons en de wereld.

Je was voor een tijd,
een plaats voor alles dat wij samen delen
waar we naar verlangen, waar we van zingen
waar we van hopen.

Je was, vijftien jaar lang, boven onze hoofden
zomaar een dak, en niet zomaar een dak.

 

(Kees Posthumus, Apeldoorn, juni 2025)

Collecte

De collecte is voor het Kerkasiel in de Open Hof Kerk in Kampen.

Opening en Welkom van de viering: “Kerkasiel”

Jullie zijn al welkom geheten, ik doe dat nu ook want dat heb ik 1 mei in Kampen ook gedaan.
Hebben we zojuist gehoord dat we van hier naar de Regentessenkerk verhuizen, vraag ik nu om ons in gedachten te verplaatsen naar de De Open Hof kerk in Kampen waar de familie Babayants sinds november vorig jaar gastvrij en vellig onderdak krijgt. Omdat tijdens kerkdiensten geen uitzetting mag plaatsvinden worden er sindsdien ononderbroken diensten gehouden.
Dat is een prestatie van formaat die getuigt van een grote betrokkenheid van die kerkgemeenschap. Al meer dan een half jaar 7 x 24 uur. Van meerdere kanten wordt er ook hulp geboden voor de invulling van het rooster. Ook wij dragen een steentje bij.
Aanstaande donderdag gaan wij er voor de vierde keer heen alweer met een groep van ongeveer 20 mensen naar Kampen om er 2 uur te verzorgen. Het is heel bijzonder om daar te zijn en tot je door te laten dringen waarom. Op de website van de Open Hof kerk staat het volgende gebed dat ik graag voorlees:

Trouwe God,
bij U brengen wij het gezin Babayants:
de kinderen Aram, Ariana, Amelia en Aleksa
en hun ouders Aleksandr en Karina.
Bij U brengen wij alle in Nederland
gewortelde asielkinderen en hun ouders.
Bij U brengen wij alle mensen
die zich met hart en ziel voor hen Inzetten.
Bij U brengen wij alle politici en beleidsmakers.
En wij bidden U: geef uitkomst, geef toekomst, geef hoop, geef liefde.
Amen.

Paaskaars aansteken

Zingen: Zeg me de naam van je hoop

Gebed: Eeuwige

Eeuwige,

Wij komen vandaag met de herinnering dat
Jezus een vluchtelingkind was, die samen met zijn ouders naar
Egypte gevlucht was wegens een politieke leider die kinderen
vermoordde om zijn positie veilig te stellen.
Vandaag de dag zijn er kinderen die slachtoffer zijn van
regeringsleiders die kinderziekenhuizen en scholen
bombarderen om hun politieke positie veilig te stellen.
Overal worden gevluchte mensen door politici gebruikt als
zondebok voor de problemen in de eigen maatschappij.

Wij bidden tot u.
Help ons mensenlevens meer belangrijk te maken dan geld.
Help ons mensen te zien als individuen en niet als cijfers.
Help ons om nepnieuws te onderscheiden van de waarheid.
Help ons om andere culturen te zien niet als een bedreiging,
maar als een verrijking.
Help ons om een wereld te creëren waar liefde voor macht
vervangen wordt door de macht van de liefde.
Heer geef mij de moed om mijn hoofd boven het maaiveld te verheffen.
Om muren af te breken en bruggen te bouwen.
Om hoop te houden op een wereld zonder grenzen.
Dat ik niet de weg van het zwaard zal lopen,
maar de weg van het Kruis mag lopen.

Amen.

Fluitmuziek

Tekst: Als God liefde is

Onderweg van Perugia naar Assisi,
vroeg broeder Leo aan Franciscus:
‘Vader, wat bedoelen we eigenlijk als we zeggen dat God Liefde is?’ ;
Franciscus stapte voort alsof hij de vraag niet had gehoord
en Leo wilde hem al herhalen toen Franciscus stilstond en hem tegenhield.
Hij sprak zacht en nadenkend:
Als we zeggen dat God liefde is,
dan zeggen we eigenlijk
dat God ons voorstellingsvermogen te boven gaat,
Wat is liefde, Leo, wat is liefde?
Is het de aantrekkingskracht tussen gelieven?
Ja. die heeft er zeker mee te maken.
Maar het is de liefde niet,
Is het de belangeloze zorg van een moeder voor haar kind.
Dat is het zeker, maar het is de liefde niet,
Is het de kracht die bomen doet groeien, bloemen doet geuren
en de wolken laat regenen?
Ook daarvan kunnen we niet anders zeggen dat het liefde is.
maar het is de liefde niet.
Is het de weg die ons tot dit leven heeft geleid?
Ja zeker, liefde trok en duwde ons,
maar het is de liefde niet.’

‘In, onder en over dit alles is een aanwezigheid
waar we geen naam voor hebben.
We noemen het God, we noemen het Liefde.
Maar we weten niet wat we daarmee zeggen.
Liefde is niet te begrijpen, liefde kun je niet weten en niet meten.
Het gaat ons verstand te boven.
Pas als aan alle denken en voelen, begrijpen en ervaren een eind gekomen is,
kunnen we in onze ziel een afdruk ervan vinden,
een zeker weten van de oneindige omarming van God.’

‘Moeten we dus zwijgen over de liefde?’, vroeg Leo.
‘O nee, haastte Franciscus zich te antwoorden.
We moeten liefde leven, spreken, zingen, dansen;
mee bewegen met al wat om ons heen leeft.
Laten we alles licht en zacht maken door onze manier van leven.

Maar ik zou willen dat we gaan inzien dat liefde niet alleen maar mooi en goed is.
Ook de rots die mijn blote voeten ontvelt,
het vogeltje dat uit het nest valt,
het kind dat sterft:
het is alles opgenomen in en manifestatie van die Liefde.
Dat is vaak moeilijk te aanvaarden.
Maar zolang we dat niet als liefde kunnen ervaren
hebben we de hoogte, de diepte, de breedte
en de intimiteit van de liefde nog niet ontdekt.
Als wij daarin de liefde niet kunnen zien,
dan komt dat niet doordat het geen liefde is,
maar omdat onze ogen versluierd zijn en onze ziel nog niet gewekt.
Leo opende zijn mond om verder te vragen,
maar Franciscus legde hem de vinger op de mond.
‘Het is nu beter te zwijgen. Leo,’ zei hij en hij omarmde hem.
En ze liepen in stilte verder.

(Guy Dilweg, 4 oktober 2008)

Moment van Stilte

Zingen: Ubi Caritas (waar goedheid is en liefde daar is God)

Laten we niet kleingelovig zijn

Laten we niet klein gelovig zijn maar grootgelovig
en durven varen op onze diepste menselijke intuїtie
en ons talent voor verbeelding.
Laten we liefhebben zo vurig en veel en hartstochtelijk
als we kunnen, omdάt we het kunnen.
Laten we leven zoals leven bedoeld is, gretig, gastvrij,
gul, genadig, alert, hier en nu.
Laten we ze open doen
onze ogen, onze handen, onze armen, onze harten, onze huizen, onze grenzen.
Laten we lachen, brood breken, wijn drinken
en zeggen: Luister hier ben ik.
Spreek, ik luister.
Laten we ze uitvoeren, die dromen die
liggen te slapen in de plooien van onze ziel
en een wereld maken waar niemand meer niemand is en
we genezen zijn van misverstand.
Laten we ze koesteren, de zoete troostrijke woorden
en mild zijn voor hen die ze niet over hun lippen krijgen.
Laten we als de milieuactivist ten strijde trekken
tegen de schenders van deze aarde,
want het mag dan maar een eerste stap zijn,
het is een eerste stap.
Laten we woestijnen herscheppen tot tuinen
en huizen bouwen die geuren naar blauwe lavendel en witte jasmijn.
Laten we begrijpen wat liefde is en onthouden
dat dat alles is, of toch bijna.
Laten we beloven het onmogelijke te doen,
ik voor jou, jij voor mij, en er nu mee beginnen.
Laten we mens worden,
Hem achterna.

(auteur onbekend)

Zingen: Niemand heeft u ooit gezien

Verhaal Toon Tellegen: Over oorlog en vrede

Op een middag zaten de dieren bij elkaar op de open plek in het bos. Ze hadden het over dieren die in bomen woonden, verscholen tussen het gras of onder de grond, en over dieren die ver weg woonden en nooit in het bos kwamen, zoals de pinguïn en het vogelbekdier.
De mier kende ze allemaal en vertelde allerlei bijzonderheden over ze. Ze kwamen regelmatig bij hem op bezoek, maar waren dan zo moe van hun verre reis dat ze alleen hem wilden ontmoeten.
De anderen schudden telkens hun hoofd van verbazing en vroegen zich af waarom de wereld niet kleiner was, zodat iedereen bij elkaar in de buurt woonde en gemakkelijk bij elkaar op bezoek konden gaan. Ze vonden dat jammer.
Plotseling stapte de wezel naar voren en vroeg aan de mier: “komt de oorlog wel eens op bezoek bij jou?” Het was even stil. Alsof iedereen zijn adem inhield.
“Nee” zei de mier toen. Het kostte hem moeite dat te zeggen, maar de oorlog was nog nooit bij hem op bezoek geweest. Hij had hem nog nooit ontmoet.
“De oorlog”…. fluisterden de dieren. Ze kenden de oorwurm en de ooraap, en sommigen ook de oorkwal en de oorrob, maar niet de oorlog. Ze huiverden, want ze hadden wel het vermoeden dat hij bestond en misschien zomaar ineens opeens langs zou komen, en dat dat geen aangenaam bezoek zou zijn.
De mier boog zijn hoofd en dacht over de oorlog na. Hij had hem nooit ontmoet, maar hij wist dat hij groot was, groter dan iedereen, en dat hij kwaadaardige nagels had en dat er een geur van vernielzucht om hem heen hing.
Er was nog iemand die hij nooit had ontmoet. Iemand die de oorlog goed kende: de dood. Het waren vrienden, dat wist hij. Met niets goeds in de zin.
Soms maakte de mier een wandeling tot buiten het bos op de steppe. Als hij dan zeker wist dat niemand hem zag, groef hij een gat in de grond, deed alsof hij daar iets in stopte, maakte het gat weer dicht en stampte de grond erop stevig vast. Zo begroef hij zijn gedachten aan de dood en lukte het hem lange tijd niet aan hem te denken. De andere dieren dachten nooit aan hem. Die dachten alleen aan wat ze wisten en kenden.
Die hadden geluk…….
Die middag op de open plek in het bos tussen de andere dieren dacht de mier over dat alles na en zei; “het is het beste als niemand van ons – ik ook niet – wie de oorlog is en niemand hem ooit zal ontmoeten”. De dieren knikten. Ze waren het allemaal met hem eens , en de wezel boog zijn hoofd en dacht: ik had dat niet moeten vragen.
Er was nóg iemand die niemand kende en die er toch altijd was : de vrede.
Die had geen nagels, die maakte héél wat kapot was, die rook naar hooi en dennennaalden en violieren, en die was altijd overal in het bos, en daar buiten, zoals de lucht en de tijd en het licht altijd overal waren.
Daar viel verder niets over te zeggen.

(Toon Tellegen)

Zingen: Aramees Onze Vader

Dat er licht mag zijn

Licht in onze ogen:
dat wij elkaar zullen zien
zo goed als nieuw.

Licht in onze harten:
dat wij ruimte scheppen
plaats maken voor velen.

Licht in onze gedachten:
dat wij komen tot nadenken
en eerlijke besluiten.

Licht in onze huizen:
dat er vriendschap en
gastvrijheid zullen heersen.

Licht in de omgang:
dat we te zien zijn
niet verborgen voor elkaar.

Licht op onze wegen:
dat wij niet dwalen en
elkaar tot doolhof zijn.

Licht in alle uithoeken:
dat we nergens het kleine
vergeten, verdonkeremanen.

Licht op deze plaats:
om elkaar bij te lichten
elkaar toe te schijnen.

Licht doorgeven

Zingen: Waar we ook heen gaan

Zegen: Elkaar tot zegen zijn

Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
bij alles wat ons te doen staat,
alles wat we beleven mogen,
alles wat ons overkomt.
Mogen wij voor elkaar een zegen zijn,
in het leven dat we samen delen,
zo kwetsbaar als het is.
Mogen wij vandaag
voor elkaar een zegen zijn,
in ons verschillen en ons gelijken.

(Marijn van Zon)

Colofon

Collecte:
Bankrekening: NL17 TRIO 0379 2541 15  t.n.v. Stichting OBA onder vermelding van Kerkasiel te Kampen.

https://kerkasielkampen.nl/