Viering 4 februari 2024
Thema: De zin van het leven
Welkom
Zingen: Hier zijn verzameld om liefde en licht
Mededelingen
Inleiding op het thema: Wat doen wij hier?
De angst slaat me om het hart als ik zie
hoe verblind en ellendig de mens is. We zijn
in het donker aan onszelf overgeleverd,
verdwaald in een uithoek van de wereld en
we weten niet wie ons hier heeft neergezet,
niet wat de bedoeling van het leven is, wat er
na de dood van ons terecht zal komen; niets
weten we..
Het verbaast me dat mensen hier niet wanhopig
van worden. Ik vraag de mensen wel eens of ze
soms meer weten dan ik. Dan zeggen ze van niet
en de ongelukkige verdwaalden kijken om zich
heen en ze ontdekken een paar leuke dingen en
daar geven ze zich dan aan over. Ik heb zelf niets
kunnen vinden om me aan over te geven…
Aldus Blaise Pascal, omstreeks 1650.
Is er veel veranderd sinds die tijd? Hebben wij inmiddels meer inzicht in de zin van het leven, van het bestaan? Het is maar de vraag. Maar toch worden we geacht daar in deze viering een antwoord op te geven. Ga er maar aanstaan. Gelukkig vormen we een sterk team en hebben we hard gestudeerd, dus zal er wel iets uitkomen. Of zoals Elsa in lijn met Pippy Langkous al aangaf: we hebben het nog nooit gedaan dus zal het wel lukken.
Daarbij vooraf een disclaimer: we gaan het niet hebben over de zin van het leven (in abstracte zin). Daarover zijn inmiddels al boekenkasten vol geschreven door theologen, filosofen, biologen, kosmologen enz. En dat zal nog wel enige tijd doorgaan, want het raadsel van ons bestaan op deze aarde in een onmetelijke universum – sommigen spreken zelfs over het bestaan van een multiversum – is nog lang niet opgelost. En de vraag is of dat ooit het geval zal zijn. Wij willen het daarom dichter bij huis houden en ons vooral richten op de vraag hoe wij de zin van ons eigen leven zien. Of misschien beter: wat maakt ons leven betekenisvol. De illustratie op de voorzijde van de liturgie geeft al een indicatie van de richting waarin we daarbij denken.
Zingen Een mens te zijn op aarde
Door het vuur heen lopen
Mijn verjaardag valt op 30 juni. Precies een half jaar later is het Oudjaarsdag. Ik heb al zo’n 25 jaar een ritueel om op die dagen een Tarotkaart te trekken. Die kaart vormt dan een inspiratie voor mijn leven in de zes maanden die volgen. Ruim een maand geleden, op Oudjaarsdag, trok ik uit de 78 kaarten van het Tarotspel een kaart met als titel De Dwaas. Op dat moment was ik al anderhalve maand met Heleen en Jan Kees een viering over de zin van het leven aan het voorbereiden. Een bizar contrast, hè. Of toch niet?
Op de kaart staat een kleurrijk geklede figuur die met lichte tred door een zonovergoten berglandschap wandelt. Als bagage heeft hij alleen een stok over zijn schouder met een knapzak eraan, en naast hem loopt een wit hondje dat vrolijk opspringt. Hij houdt een net geplukt bloemetje in zijn hand en deze dwaas kijkt onbevangen, vriendelijk en tevreden de wereld in. Is dat een zinvol leven?
Voor de toeschouwer zit er ook een spanning in de kaart. De Dwaas lijkt namelijk wat naïef; het is de vraag of hij wel opmerkt dat hij bijna bij de rand van de rots is gekomen.
Ik was blij dat ik juist deze kaart trok. Jullie kennen mij nog niet zo lang, maar misschien kun je je al wel voorstellen dat mijn gebruikelijke levenshouding een eindje van die van De Dwaas vandaan ligt. Ik neig meestal meer naar zorgzaamheid, precisie, betrouwbaarheid, dat soort dingen….
Deze Tarotkaart heeft een hele andere kleur, die me wel aanspreekt. Ik kan namelijk een hartstochtelijk verlangen voelen naar een onbezonnen levenshouding, naar een beetje doelloos rondbanjeren, zorgenloos, misschien zelfs op het roekeloze af. Gewoon maar eens zien waarheen de weg gaat. En ook gewoon maar eens zien wanneer het schip strandt, en dan ook dát luchtig opnemen en erop vertrouwen dat er voor ieder probleem een oplossing is.
Om dat op zichzelf een zinvol leven te noemen gaat me te ver. Het is maar een van de kleuren. Sowieso heb ik het liever over de Bedoeling van het leven. Deze richtinggevende stuwkracht is voor mij niet zonder meer kenbaar, die gaat mijn begrip te boven, maar ze is bij tijden wel ervaarbaar. Die Bedoeling drukt zich dwars door mij heen in mijn doen en laten uit. Soms met mijn volledige medewerking, soms ook zonder. Ik zie De Dwaas als een opstap, als een impuls waarmee ik ruimte kan scheppen, waardoor de Bedoeling van mijn leven mogelijk duidelijker uit de verf kan komen.
Iemand bij wie die Bedoeling zich verrassend krachtig manifesteerde, ogenschijnlijk buiten hemzelf om, is de in 1994 overleden Amerikaan Charles Bukowski. Hij was een succesvol dichter die ook internationaal doorbrak. Het leven van deze man liep bepaald niet van een leien dakje. Na een jeugd met armoede, mishandeling en tegenslagen, werd hij op zijn 21e zowel lichamelijk als geestelijk afgekeurd voor militaire dienst. Hij had simpele baantjes en zat korte tijd in de gevangenis en in een psychiatrische inrichting. Het grootste deel van zijn dagen was Bukowski bezig met dronken worden, kettingroken, gokken bij de paardenraces, en een vrouw in zijn bed krijgen. In de tussentijd schreef hij daarover.
Je kunt je afvragen of deze man, met zijn onzinnige en lichtzinnige levensstijl, wel een goed onderwerp is in een viering over de zin van het leven. Maar ik noem juist hem omdat het naar mijn idee niet opgaat om een snel oordeel te vormen over wat goed is en wat niet, over wat zin heeft en wat niet. De bedoeling is zoveel krachtiger dan ons beperkte vermogen tot het begrijpen van wat er plaatsvindt in onze levens.
Bukowski schreef uitsluitend over dit bestaan in de marge, over het leven onder de dwang van verslavingen. Daarbij werd hij niet gehinderd door enige vorm van moralisme of zelfreflectie. Hij moest gewoon zijn ervaringen kwijt en die schreef hij van zich af in een ruwe, directe, heldere taal. Zijn oeuvre beslaat duizenden gedichten, honderden korte verhalen en zes romans, waarvan veel ook in het Nederlands vertaald zijn. Hij wist wonderbaarlijk knap de diamant in de droesem bloot te leggen.
Een van zijn dichtbundels heeft als titel: what matters most is how well you walk through the fire. In onze taal: wat er het meest toe doet, is hoe goed je door het vuur heen loopt. Dat zou ik kunnen aanvullen met: wat er het meest toe doet, is hoe je je door de modder heen worstelt. Of: wat er het meest toe doet, is hoe je nadat je gevallen bent, weer opkrabbelt. Ik ben het met Bukowski eens. Het doet er niet toe dat je onderuit gaat. Het doet ertoe dat je daarna weer opstaat. Als het nu eenmaal zo is, als ziekte, verlies of tegenslag zich in mijn leven aangediend hebben, dat ik dan dwars door het vuur heenloop, met alle angst, moeite, pijn en onhandigheid die dat met zich meebrengt. Dat ik ondanks alles verder ga… Op eigen kracht, én met de Hulp/hulp die me daarbij gegeven wordt.
Graag wil ik nu gaan afsluiten met een dichtregel van Bert Schierbeek, die (op een andere manier dan De Dwaas) uitdrukking geeft aan een diep verlangen om een onbezwaard, vrij mens te zijn. Hij zegt:
Hoe
als ik me met zorgeloosheid
kon omringen
en dat dat mijn ruimte was.
Moge het zo zijn, voor mij, voor jou, voor ieder mens.
Zingen: Leven is van zeven dagen
De grondwet van het bestaan
Wat is de zin of betekenis van mijn leven? Met het beantwoorden van die vraag heb ik de afgelopen tijd flink geworsteld en ook al heb ik er inmiddels veel over gelezen en over nagedacht, ik ben er nog steeds niet helemaal uit. Gelukkig ben ik niet de enige, getuige ook het citaat van Pascal eerder in deze viering. Ik denk ook dat het antwoord op die vraag verandert met de omstandigheden en de fase van het leven waarin je verkeert.
Als je moet leven in slechte omstandigheden of als je in je leven veel moet lijden dan zal je visie op de zin van het leven waarschijnlijk anders zijn dan als je een welvarend en gezond leven kunt lijden. Als je jong bent heb je allerlei verwachtingen of dromen over je toekomstige leven. Maar als later blijkt dat slechts een deel daarvan kan worden ingevuld, richt je je vooral op je werk en je carrière. En vervolgens op je gezin en op het beste voor je kinderen. Tenslotte kom je in de huidige fase waarin je terugkijkt naar je leven tot nu toe en gaat nadenken over de betekenis ervan en wat je nog met je leven wilt doen in de jaren die je nog te gaan hebt.
Vanuit die laatste positie waarin ik nu verkeer denk ik dat het leven zeker zin heeft. Sommigen ontkennen dat. Ze stellen: je wordt geboren, je leeft en je gaat dood en dat was het dan. Daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat ieder mens zowel materieel als immaterieel onderdeel uitmaakt van een groter geheel, niet alleen tijdens het leven maar ook daarna. Materieel is ieder leven verbonden met de aarde en met het andere leven daarop. Ook al zijn alle organismes sterfelijk, ze vormen allemaal een bijdrage aan de voortzetting van het leven. Ze zijn allemaal schakeltjes in het evolutieproces en maken allemaal onderdeel uit van het wonder van de natuur.
Maar ook immaterieel heeft ieder leven betekenis. De mens onderscheidt zich van het dier door denkvermogen, bewustzijn en de mogelijkheid om betekenis te geven. Mensen kunnen – individueel en collectief – nadenken over hun situatie en op grond daarvan tot aanpassing te komen. Dat heeft de menselijke soort tot nu toe zo succesvol gemaakt. Ieder mens levert daarbij een eigen bijdrage, al kan die ook heel negatief zijn. Zo zit onze maatschappij in feite ook in elkaar. Ons leven is verweven, met elkaar, met al het andere leven op aarde, met de natuur en met de aarde als geheel.
Maar goed, dat klinkt allemaal nog vrij abstract en algemeen. Hoe zie ik nu de betekenis van mijn bestaan? Het is duidelijk dat ik op deze leeftijd nog graag een positieve bijdrage wil leveren, materieel in bijvoorbeeld de omgang met de natuur en immaterieel in het samenleven met anderen. Inspiratie daarvoor vind ik op verschillende plekken, door te lezen en door te praten met en te leren van anderen vooral ook hier in de basis. Ik besef steeds meer hoe belangrijk de basis daarin is. Maar ook door me steeds weer meer te verdiepen in het belang van verbinding en de rol van religie daarbij. Of er een god is weet ik niet, maar ik denk wel dat er iets is buiten ons om dat mij richting kan geven. Maar ook zonder een geloof in god op de traditionele manier is er in de bijbel veel te vinden, zoals het centraal stellen van: de schepping voltooien, het leven kiezen, gerechtigheid doen, liefde en trouw betrachten naar elkaar en naar andere mensen. Daarnaar te streven maakt mijn bestaan zinvol, ook al lukt het in de praktijk vaak maar zeer beperkt.
In het boek van Fokke Obbema over de zin van het leven werd ik getroffen door het interview met Edy Korthals Altes. Hij zegt: ”de zin van het leven is wakker worden en ons bewust worden van de fundamentele relatie met de oergrond van ons bestaan en ons richten op de grondwet in ons leven. Dat is voor mij (Korthals Altes) de liefde voor de mens en de natuur. Zelf noem ik die oergrond God, maar mensen die zich van religie hebben afgekeerd, kunnen zich er ook in herkennen. Omdat ze weet hebben van een grotere werkelijkheid dan wij ons kunnen voorstellen, het transcendente”. Op de vraag van de interviewer of je de zin van het leven niet kunt zien zonder dat grotere verband en zonder die grondwet, zegt Korthals Altes: “Ja dat kan wel, maar dan verliest de mens zijn kompas en is al snel geneigd tot hoogmoed en het zich vooral richten op materiële zaken. Dan is je bestaan leeg of blind”.
Die situatie wordt mooi verwoord in het volgende gedicht van Carel ter Linden over de mol:
De grond beweegt. Hij is weer aan het werk.
Hij wroet en duwt de aarde naar omhoog
Door niets gestoord en vlak onder mijn oog.
Hij weet niet wat hij aanricht in dit perk.
Te vreemd is mij dit onderaards bestaan
Dat in het donker gaat zijn blinde gang
En nooit het daglicht ziet, een leven lang:
Voor deze wereld mist het elk orgaan.
Maar weet de mens die hier zijn tuin beziet
Dan zelf vanwaar hij komt, waarom hij leeft?
Misschien dat ook iets hogers hem omgeeft.
Alleen zijn blinde ogen zien het niet.
Vaak lijkt dit inderdaad de situatie waarin we als mensheid verkeren, al moeten we niet te snel oordelen en zeker niet wanhopen, want er zijn altijd mensen die het hogere wel zien en er is altijd verandering mogelijk. Wijsheid komt met de jaren zeggen ze weleens. Laten wij, als ouderen, daarom proberen daar zoveel mogelijk aan bij te dragen.
Zingen Om warmte gaan wij een leven
Tot in het diepst van mijn ziel
Als ik ga nadenken wat mijn leven zo heeft doen lopen, dan kom ik al snel uit bij mijn ouders. Door hen ben ik gevormd. En als ik aan hen had gevraagd wat de zin van hun leven was, dan hadden mijn ouders het wel meteen geweten. Ze hadden me waarschijnlijk aangekeken: weet je dat niet? En natuurlijk wist ik dat. Zij leefden voluit vanuit hun geloof, de bijbel was hun richtsnoer en ze leefden daarmee op een natuurlijke wijze, elke dag opnieuw. Het zat gewoon ingebakken in het alledaagse. Ze waren niet dogmatisch en forceerden ons niet.
Natuurlijk ben ik daardoor gevormd.
Ook al schreef ik (wij) me uit uit de kerk, toch werden we lid van een basisgemeente in Utrecht. Die periode was ook belangrijk en heeft me natuurlijk ook gevormd op maatschappelijk en spiritueel vlak, maar ook op kleine schaal, om met een bepaalde instelling mijn leven vorm te geven.
En toen we naar Apeldoorn verhuisden was daar gelukkig onze eigen basisgemeente. Jullie! Jan Kees noemde het ook al. Vieren, veel leren, onderzoeken, actie voeren, elkaar bevragen en zorgen voor elkaar. Met jullie samen gaf en geef ik vorm aan mijn leven.
Maar nu wil ik terug naar mijn ouders en graag een deel van de psalm voorlezen waaruit zij leefden: psalm 139 en ik heb het idee dat elke regel klopt bij hun levenswijze en zoals zij het voelden.
Psalm 139 Van David, een psalm
Heer, u kent mij, u doorgrondt mij,
u weet het als ik zit of sta,
u doorziet van verre mijn gedachten,
ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,
met al mijn wegen bent u vertrouwd.
Geen woord ligt op mijn tong,
of u, Heer, kent het ten volle.
U omsluit mij, van achter en van voren,
u legt uw hand op mij.
Wonderlijk zoals u mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.
Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel-u tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk-u bent daar.
Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,
al ging ik wonen bij de verste zee,
ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.
U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de schoot van mijn moeder.
Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
Toen ik in het verborgene gemaakt werd,
kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor u geen geheim.
Uw ogen zagen mijn vormloos begin,
alles werd in uw boekrol opgetekend
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Hoe rijk zijn uw gedachten, God,
hoe eindeloos in aantal,
ontelbaar veel, meer dan er zandkorrels zijn.
Ontwaak ik, dan nog ben ik bij u.
Doorgrond mij, God, en ken mijn hart,
peil mij, weet wat mij kwelt,
zie of ik geen verkeerde weg ga,
en leid mij over de weg die eeuwig is.
Het koor zingt: Otche Nash – het Oekraïens Onze Vader
Collecte voor SIVMO
Zie colofon
Zegen
Wij zegenen elkaar,
opdat wij gaan van hier in vrede.
Opdat wij verbinding vinden,
van hart tot hart.
Opdat wij zien en gezien worden.
Opdat wij horen en gehoord worden.
Opdat wij raken en geraakt worden.
Amen.
Zingen: En todo amar y servir
∞ In alles liefhebben en dienen ∞
Colofon
De collecte is bestemd voor SIVMO, Steun voor Israëlische Vredes- en Mensenrechten Organisaties, waaronder:
B’Tselem – rapporteert schending van mensenrechten
Breaking the Silence – oud-militairen rapporteren misdaden van het leger Rabbis for Human Rights – de religieuze stem van het geweten van Israël en vele andere organisaties , zie de site van SIVMO
Bankrekening NL TRIO 0379 2542 15 t.n.v. Stichting OBA o.v.v. viering februari 2024
Gebruikte literatuur:
Fokke Obbema – De zin van het leven
Carel ter Linden – Wat doe ik hier in godsnaam
Charles Bukowski – what matters most is how well you walk through the fire